Sedatie met propofol voor niet-pijnlijke procedures bij kinderen

Onderzoek
Christine J.P. Bruijnen
Feico J.J. Halbertsma
Thilo Mohns
Frank van Ooyen
Koen P. Dijkman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2523
Abstract

Samenvatting

Doel

Het evalueren van de implementatie van procedurele sedatie en analgesie (PSA) met propofol bij beeldvormend onderzoek door analyse van doseringen, slagingspercentages en veiligheid, en het doen van aanbevelingen voor verder gebruik.

Opzet

Retrospectief observationeel onderzoek.

Methode

In ons centrum wordt gebruik gemaakt van propofol bij alle procedurele sedaties bij kinderen ouder dan 3 maanden. Gegevens werden verzameld van alle patiënten die PSA ondergingen in de periode november 2007-december 2009. De procedure werd uitgevoerd door een kinderarts geschoold in luchtwegmanagement, sedatie en kinder-intensivecare, en een gespecialiseerde verpleegkundige. Patiëntkenmerken, American Society of Anesthesiologists(ASA)-classificatie, vitale parameters en de doseringen propofol werden genoteerd op hiervoor ontworpen formulieren. De patiëntengegevens werden geanalyseerd en vergeleken met gegevens van een niet-gematchte groep patiënten die in het verleden PSA met choralhydraat hadden ondergaan.

Resultaten

Bij 196 patiënten werden 204 procedurele sedaties met intraveneus propofol uitgevoerd. De gemiddelde cumulatieve inductiedosis was 3,39 mg/kg (SD: 1,34) en de gemiddelde onderhoudsdosering was 4,05 mg/kg/h (SD: 2,23). Het slagingspercentage was 99,5%, vergeleken met 88,6% in het cohort dat PSA met chloralhydraat had ontvangen. 1 procedure werd voortijdig afgebroken vanwege ademwegobstructie, waarvoor een ‘jaw thrust’ volstond. Bij 199 procedures waren geen complicaties. Bij 4 procedures trad een lichte, voorbijgaande saturatiedaling (85-89%) op.

Conclusie

De resultaten maken aannemelijk dat propofol veilig kan worden toegepast en effectief is voor procedurele sedatie bij geselecteerde kinderen, mits PSA uitgevoerd wordt door een ervaren en bekwaam team.

Auteursinformatie

Máxima Medisch Centrum, afd. Kindergeneeskunde en Neonatologie, Veldhoven.

Drs. C.J.P. Bruijnen, anios kindergeneeskunde (thans: aios Huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht); dr. F.J.J. Halbertsma en drs. T. Mohns, kinderarts-intensivisten; F. van Ooyen, nurse practitioner Kindergeneeskunde; drs. K.P. Dijkman, kinderarts-neonatoloog.

Contact K.P. Dijkman (k.dijkman@mmc.nl)

Verantwoording

Anneke van Dijk, kinderverpleegkundige, droeg bij aan het verwerken van de gegevens van de PSA in 2007. Saskia Houterman, statisticus, droeg bij aan de statische berekeningen.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 27 april 2011

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties