In Nederland overleden in 2004 ruim 11.000 personen aan cerebrovasculaire aandoeningen, van wie driekwart aan een herseninfarct, en er waren voor deze aandoeningen circa 35.000 ziekenhuisopnamen nodig.1 De kans op een nieuwe vasculaire gebeurtenis na een herseninfarct, dat wil zeggen op myocardinfarct, recidiefherseninfarct of overlijden door vasculaire oorzaak, bedraagt zonder behandeling 9 per jaar.2 In een cohortonderzoek van ruim 1700 patiënten met een ‘transient ischaemic attack’ (TIA) is een incidentie van herseninfarct binnen 90 dagen gemeld van 11.3 Voorspellende factoren voor het optreden van een herseninfarct zijn: leeftijd, hypertensie, diabetes mellitus, dyslipidemie, roken, hart- en vaatziekte, hartfalen, claudicatio intermittens, carotisstenose over > 50 van de diameter, alcoholconsumptie > 5 eenheden per dag, atriumfibrilleren en tekenen van linkerventrikelhypertrofie op het ECG.2 4 Aangezien beroerte pathofysiologisch nogal heterogeen is, dat wil zeggen met hersenbloeding versus herseninfarct met al zijn subtypen, is niet te verwachten dat het risicoprofiel voor alle subtypen…
Secundaire preventie van recidiefberoerte door cholesterol- en bloeddrukverlaging
- The most important risk factor for stroke is blood pressure: lowering the diastolic pressure by 5-6 mmHg or the systolic pressure by 10 mmHg will reduce the number of strokes in the general population (primary prevention) by 30-40 over 4-5 years. This effect is enhanced by the concurrent use of diuretics. The association between stroke and serum cholesterol was unclear until trials on preventing cardiovascular disease showed the introduction of statins to be clearly beneficial on strokes. In the recent ‘Stroke prevention by aggressive reduction in cholesterol levels’ (SPARCL) trial, high-dose statin therapy was shown to reduce the risk of fatal and non-fatal stroke in patients with a history of ischaemic stroke or transient ischaemic attack (TIA), but without manifest coronary disease (secondary prevention). A difference in LDL-cholesterol of 1.4 mmol/l was associated with a significant absolute 5-year risk reduction of fatal and non-fatal stroke of 2.2, whereas the risk of major cardiovascular events was reduced by 3.5. It is already known that stroke or TIA should be regarded as a ‘coronary heart disease risk equivalent’ for which secondary prevention guidelines apply. However, high-dose statin therapy should be given only after careful selection of the stroke patient at very high risk because of its high cost, adverse effects and a possible increase in haemorrhagic stroke.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2127-30
Reacties