Secundaire gevallen van meningokokkenziekte in Nederland, 1989-1990; chemoprofylaxe opnieuw bezien

Onderzoek
R.J.P.M. Scholten
H.A. Bijlmer
J. Dankert
H.A. Valkenburg
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:1505-8
Abstract

Samenvatting

Doel

Het vaststellen van de frequentie van meningokokkenziekte onder huisgenoten van primaire patiënten en het inventariseren van het gebruik van chemoprofylaxe in Nederland.

Opzet

Descriptief, landelijk onderzoek.

Methoden

Gegevens werden verzameld van patiënten met meningokokkenziekte, gerapporteerd tussen 1 april 1989 en 30 april 1990, en hun huisgenoten. ‘Secundaire meningokokkenziekte’ werd gedefiniëerd als het optreden van meningokokkenziekte bij huisgenoten tussen 24 h en 1 maand na opname van de primaire patiënt, ‘optimale profylaxe’ als het gebruik van rifampicine of minocycline door alle huisgenoten, gestart ten hoogste 1 dag na opname van de primaire patiënt.

Resultaten

De ‘secondary attack rate’ (SAR) bedroeg 0,3 (n = 5). Van de 1130 ondervraagde huisgenoten kregen 627 (55) chemoprofylaxe voorgeschreven en van deze 627 kreeg 46 optimale profylaxe. Van de 5 secundaire gevallen hadden 2 patiënten geen profylaxe gekregen, 2 penicilline en 1 rifampicine. Van de primaire patiënten kreeg 6 tijdens de ziekenhuisopname profylaxe. Alle bij de secundaire en bijbehorende primaire patiënten geïsoleerde meningokokken waren gevoelig voor rifampicine.

Conclusies

De SAR van meningokokkenziekte onder huisgenoten in Nederland komt overeen met die in andere landen. Hoewel profylaxe door de overheid niet wordt aangeraden, wordt dit in ongeveer de helft van de gevallen wel voorgeschreven, waarvan in iets minder dan de helft optimaal. De primaire patiënt krijgt vrijwel nooit profylaxe. Het advies ten aanzien van chemoprofylaxe in Nederland is, gerekend naar maatstaven elders, onvolledig en dient te worden bijgesteld. Mede op grond van literatuurgegevens wordt ter voorkoming van secundaire ziekte bepleit chemoprofylaxe voor te schrijven aan de huisgenoten van een patiënt met meningokokkenziekte, alsmede aan de patiënt zelf.

Auteursinformatie

Vrije Universiteit, Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam.

Dr.R.J.P.M.Scholten en prof.dr.H.A.Valkenburg, artsen-epidemiologen.

Universiteit van Amsterdam en Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis, Amsterdam.

Dr.H.A.Bijlmer en prof.dr.J.Dankert, medisch microbiologen.

Contact dr.R.J.P.M.Scholten

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties