Screening op hypertensie door de tandarts

Opinie
L. Abraham-Inpijn
R.A.Th. Gortzak
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:604-6

Internationaal epidemiologisch onderzoek aanvaardt hypertensie als risicofactor voor hart- en vaatziekten op basis van atherosclerose. In de Verenigde Staten werd bij 16-20 van de bevolking hypertensie vastgesteld.1-3 Mede door stringente maatregelen ten aanzien van opsporing en behandeling is daar de sterfte als gevolg van cardiovasculaire afwijkingen in de laatste 25 jaar niet meer toegenomen.4

Gestandaardiseerd epidemiologisch onderzoek naar de bloeddruk is in Nederland nauwelijks verricht.45 In het kader van het consultatiebureauproject ‘risicofactoren hartziekten’ werden met de Verenigde Staten vergelijkbare percentages gevonden. Bij 5560 patiënten werd tussen 1973 en 1974 bij 18 een bloeddruk gevonden hoger dan 14095 bij mannen en hoger dan 15095 bij vrouwen.6 Afhankelijk van de gemiddelde leeftijd, geslacht, sociaal-economische factoren en de norm die men hanteert, worden ook lagere percentages beschreven (8,3 voor mannen en 10,9 voor vrouwen).7 In een niet-representatieve steekproef van 17.745 vrijwilligers tussen 25 en 59 jaar werd…

Auteursinformatie

Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), afd. Algemene Ziekteleer en Inwendige Geneeskunde, Louwesweg 1, 1066 EA Amsterdam.

Mw.prof.dr.L.Abraham-Inpijn, internist; R.A.Th.Gortzak, tandarts.

Contact mw.prof. dr.L.Abraham-Inpijn

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, april 1989,

Als ideaal zou de screening op hypertensie door huisartsen dienen te worden uitgevoerd. Zover zijn wij het met collega Roodenburg eens. Dit ideaal is echter nog niet adequaat gerealiseerd. Wij vrezen dat het irreëel is om deze wens te blijven koesteren. Vrijwel alle tandartsen zien ziekenfonds- en vele particuliere patiënten 1 à 2 maal per jaar, dat is vaker dan collega Roodenburg opgeeft voor het contact met de huisarts. Het is een verouderde opvatting dat kennis met betrekking tot pathofysiologie van de bloeddruk en hypertensie voor de tandarts ‘branchevreemd’ zou zijn. Sinds ten minste 10 jaar vormt het een vast onderdeel van het curriculum tandheelkunde, en ook van het postacademische onderwijs.

Tenslotte is te verwachten dat als ‘het profiel van de beoefenaar der tandheelkunde in de lidstaten van de Europese Gemeenschap’ in 1991 richtlijn wordt, het opnemen van de medische anamnese, observatie, eenvoudig medisch onderzoek en een nauwere samenwerking met huisartsen ook voor de Nederlandse tandartsen opportuun wordt.2

L. Abraham-Inpijn
Literatuur
  1. Abraham-Inpijn L, Borgmeijer-Hoelen A, Gortzak RATh. Changes in blood pressure, heart rate and electrocardiogram during dental treatment with use of local anesthesia. J Am Dent Assoc 1988; 116: 531-6.

  2. Raadgevend Comité voor de opleiding van beoefenaars der tandheelkunde. Verslag betreffende het profiel van de beoefenaar der tandheelkunde in de Lidstaten van de Europese Gemeenschap en aanbevelingen om een vergelijkbaar hoog niveau in de basisopleiding te bereiken. Brussel, 19 november 1986.