Samenvatting
Doel
Beschrijven van (de veranderingen in) incidentie, behandeling en prognose van schildklierkanker (SKK) in de periode 1970-1989 in Zuidoost-Nederland.
Plaats
Kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven.
Opzet
Retrospectief.
Methoden
Van alle patiënten met SKK (ICD-O-code 193 en non-Hodgkin-lymfoom van de schildklier) gediagnostiseerd in de periode 1 januari 1970-31 december 1989 werden gegevens over histologische uitslag en behandeling verzameld en werd het al of niet in leven zijn per 1 juli 1991 bepaald. Berekend werden de gestandaardiseerde incidentie, prevalentie, (relatieve) overlevingskansen en sterfte voor mannen en vrouwen.
Resultaten
Van nieuwe patiënten met SKK (n = 297) was de gemiddelde leeftijd 52 jaar en de man-vrouwverhouding 1:2,3. Papillair SKK kwam het meeste voor (46), gevolgd door folliculair (35). De incidentee van SKK bij de vrouw steeg van 1,4 tot 3,0100.000jaar, bij de man bleef deze constant rond 1,1 100.000jaar; de puntprevalentie op 1 juli 1991 was respectievelijk 25,6 en 8,2100.000. Patiënten werden in alle ziekenhuizen in de regio behandeld en in toenemende mate was de internist de eerste behandelaar. Er was een toename van uitgebreidere chirurgische behandeling en van jodium-131-nabehandeling bij gedifferentieerde SKK. De waargenomen 10-jaarsoverlevingskans voor patiënten met SKK was 61, gecorrigeerd voor de gemiddelde sterfte 74. De overlevingskans was afhankelijk van geslacht, leeftijd en histologisch type. De sterfte aan SKK bleef zeer laag.
Conclusie
De incidentie en de prognose van SKK komen goed overeen met die in de omringende landen. Diagnostiek en behandeling lijken plaats te vinden volgens de aanbevelingen van de consensusbijeenkomsten in 1985 en 1987.
Reacties