Samenvatting
Bij 2 patiënten waren ritmestoornissen en geleidingsstoornissen de eerste tekenen van sarcoïdose met lokalisatie in het hart. Een patiënt werd met prednison behandeld en de cardiale afwijkingen verdwenen volledig. Bij de ander resteerde een diffuus verminderde linker-ventrikelfunctie.
Alhoewel cardiale sarcoïdose bij een minderheid van de patiënten symptomen veroorzaakt, is deze vorm van sarcoïdose niet zeldzaam. Hij uit zich vooral in plotselinge hartdood, ritme-of geleidingsstoornissen en pompfunctiestoornissen. Alleen de typische granulomateuze afwijkingen in het hart zijn bewijzend. Verder worden vaak toegenomen mononucleaire infiltratie en fibrose aangetroffen. Meerdere biopten uit het basale deel van het septum geven de grootste kans de typische afwijkingen te vinden.
Corticosteroïden lijken in de behandeling van cardiale sarcoïdose geïndiceerd bij onvoldoende reactie op conventionele therapie. Het is aan te bevelen om bij sarcoïdosepatiënten in het algemeen een ECG bij opname en tijdens follow-up te maken. Wanneer patiënten die behandeld worden wegens sarcoïdose cardiale klachten krijgen, dient aan de mogelijkheid van cardiale uitbreiding gedacht te worden. Indien bij jonge mensen belangrijke ritme- of geleidingsstoornissen voorkomen met onbekende oorzaak, dient altijd cardiale sarcoïdose overwogen te worden. Aangezien de aandoening op relatief jonge leeftijd wordt gevonden, leidt ze tot verkorting van de verwachte levensduur.
Reacties