Samenvatting
- Typische angina pectoris wordt gekenmerkt door: retrosternale klachten; provocatie van de klachten door inspanning, kou, warmte, emoties of zware maaltijden; verdwijning van de klachten binnen 15 minuten in rust of binnen enkele minuten na het sublinguaal gebruik van nitraten. Bij aanwezigheid van 2 van deze 3 symptomen spreekt men van ‘atypische angina pectoris’.
- De huisarts kan op grond van de anamnese de kans op belangrijke coronaire atherosclerose inschatten. Aanvullende diagnostiek in de vorm van een inspannings-ECG is alleen zinvol als de kans op belangrijke coronaire atherosclerose ruwweg tussen de 30 en 70 ligt (atypische angina pectoris), en niet wanneer de diagnose al vrij waarschijnlijk of juist onwaarschijnlijk is.
- Bij angina pectoris is voorlichting over de alarmsymptomen die kunnen wijzen op instabiele angina pectoris en acuut myocardinfarct gewenst.
- De aanvalsbehandeling bestaat uit sublinguale inname van nitraten. Bij meer dan 2 aanvallen per week wordt gestart met onderhoudsbehandeling: β-blokkers, nitraten of calciumantagonisten, in volgorde van voorkeur.
- Voor secundaire preventie worden acetylsalicylzuur en cholesterolsyntheseremmers voorgeschreven en leefstijladviezen gegeven, met betrekking tot bijvoorbeeld stoppen met roken, voldoende lichaamsbeweging en gezonde voeding.
Reacties