Samenhang tussen perinatale sterfte en arbeidspositie bij eerste-generatie-immigranten en autochtone Nederlanders in Amsterdam

Onderzoek
L.H. Lumey
S.A. Reijneveld
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:975-9
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van de samenhang van biologische en sociale risicofactoren met perinatale sterfte in een bevolking van gemengde etnische herkomst in Amsterdam.

Opzet

Patiënt-controleonderzoek.

Plaats

Academisch Medisch Centrum en GG&GD Amsterdam.

Methode

Patiënten waren alle geregistreerde doodgeborenen en levendgeborenen die binnen een week na de geboorte overleden in de periode 1975-1980 (n = 666). De controlegroep bestond uit de kinderen van wie de geboorte vlak voor en vlak na die van de overledenen werd aangemeld (n = 1332).

Resultaten

Perinatale sterfte was significant verhoogd bij een ongunstiger arbeidspositie van de ouders, een relatief hoge of lage leeftijd en een hoge pariteit (≥ 4 kinderen) van de moeder en bij mannelijk geslacht van het kind, maar nauwelijks bij het geboorteland van de ouders: de gecorrigeerde ‘odds ratio’ voor kinderen met een werkloze vader was 1,72 (95-betrouwbaar heidsinterval (95-BI): 1,25-2,37) en voor kinderen met een SurinaamseAntilliaanse moeder 1,05 (95-BI: 0,72-1,54).

Conclusie

Verder onderzoek naar perinatale sterfte in groepen van gemengde etnische herkomst moet worden gericht op gedragsfactoren en sociaal-economische factoren en niet op geboorteland.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, vakgroep Verloskunde, Gynaecologie en Neonatologie en vakgroep Klinische Epidemiologie en Biostatistiek, Amsterdam.

GG&GD, stafbureau Epidemiologie en Documentatie, Amsterdam.

Dr.S.A.Reijneveld, sociaal-geneeskundige.

Contact Dr.L.H.Lumey, klinisch epidemioloog

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties