Dames en Heren,
Uterusruptuur gaat gepaard met hoge maternale en perinatale sterfte. Vooral de gevallen van spontane ruptuur die buiten het ziekenhuis optreden, zijn hierom berucht. Gemiddeld is de maternale mortaliteit 5 en de perinatale sterfte 50.1-5
Exacte gegevens over de incidentie zijn moeilijk te verkrijgen;6 2 à 3 uterusrupturen per 10.000 geboorten lijkt voor de Nederlandse situatie een goede schatting. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de dramatische gebeurtenis van een echte ruptuur en de veel vaker voorkomende symptoomloze dehiscentie van een sectiolitteken. Dergelijke defecten worden ook wel ‘stille rupturen’ of ‘vensters’ genoemd. Ze worden dikwijls toevallig en dus ook vaak niet ontdekt.7 Tijdens de partus kan, al dan niet ten gevolge van manipulaties, een dehiscentie wel tot een ruptuur evolueren.
In deze klinische les worden 4 patiënten besproken met een ruptuur van de zwangere uterus.
Patiënt A, een 34-jarige V-gravida, II-para, heeft in…
(Geen onderwerp)
Nijmegen, december 1993,
Met veel belangstelling las ik de klinische les van Vandenbussche et al. (1993;2596-73). Ook in Nederland moet steeds terdege met deze complicatie rekening gehouden worden, met name als er sprake is van een uterus met een sectiolitteken. Terecht stellen de auteurs dat een proefbaring bij vrouwen met een transversaal litteken in het onderste uterussegment een relatief veilige aangelegenheid is, zeker met de goede obstetrische begeleiding in Nederland. Als dan toch durante partu een ruptuur van de uterus optreedt, is het zaak deze zo snel mogelijk te herkennen. Ik zou in dit verband willen wijzen op het nut van routinematig aftasten van het oude sectiolitteken, na een vaginale bevalling.1 Uit eigen ervaring (in Afrika) is mij gebleken dat patiënten deze handeling niet als erg belastend ervaren, aangezien alleen het onderste uterussegment afgetast moet worden. Bij patiënt D zou dan meteen post partum de diagnose gesteld zijn (zeker gezien het grote defect) en laparotomie eerder verricht zijn.
Zoals auteurs melden, kunnen niet alle defecten op deze manier ontdekt worden, zeker de kleinere niet. Een intensieve bewaking post partum blijft dan ook op zijn plaats.
King M, Bewes PC, Cairns J, Thornton J. Primary surgery, non-trauma. Vol 1. Oxford: Oxford University Press, 1990: 280-2.