Samenvatting
Bij een groep patiënten met borstkanker zonder okselkliermetastasen, allen op dezelfde wijze behandeld en met een lange follow-up-duur, werd retrospectief de invloed van een aantal risicofactoren op het ontstaan van een tumorrecidief bestudeerd. Van 71 patiënten konden alle gegevens achterhaald worden. Deze groep had een mediane follow-up-duur van 6 jaar. Bij 13 patiënten (18,3) trad een recidiefcarcinoom op, na een mediane ziektevrije periode van 41 maanden (uiterste waarden 3 en 124 maanden). Deze patiënten hadden ten tijde van het stellen van de diagnose borstkanker een lagere mediane leeftijd dan patiënten bij wie geen tumorrecidief optrad, 48 (40 en 70) versus 59,5 (30 en 81) jaar.
Factoren die een statistisch significante prognostische betekenis hadden voor het ontstaan van een tumorrecidief waren de leeftijd ten tijde van het stellen van de diagnose mammacarcinoom, de histologische gradering van de tumor en het DNA-gehalte van de celkern. Door risicofactoren te combineren lijken mogelijk groepen patiënten te kunnen worden geïdentificeerd met een grote of een kleine kans op het ontstaan van een tumorrecidief. Hoewel patiënten met borstkanker zonder okselkliermetastasen geacht worden een goede prognose te hebben, lijken er subgroepen te bestaan met een vergroot risico van het ontstaan van een recidief. Deze groepen zouden in aanmerking kunnen komen voor prospectieve, gerandomiseerde onderzoeken naar de waarde van aanvullende behandeling.
Reacties