Risicofactoren voor het ontstaan van bijwerkingen tijdens behandeling van reumatoïde artritis met tweede-lijnsantirheumatica; een overzicht van de literatuur

M.J.H. Wijnands
P.L.C.M. van Riel
F.W.J. Gribnau
L.B.A. van de Putte
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1387-91

Inleiding

Bij de medicamenteuze behandeling van reumatoïde artritis (RA) nemen de zogenaamde tweede-lijnsantirheumatica, ook wel ‘disease modifying anti-rheumatic drugs’ (DMARD's) genoemd, een belangrijke plaats in.1 Van enkele DMARD's is, in tegenstelling tot de niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), aannemelijk gemaakt, dat ze het ontstaan van irreversibele gewrichtsschade kunnen remmen. Soms kan zelfs een remissie van de ziekte geïnduceerd worden. Een beperking in het gebruik van DMARD's vormt het feit, dat tot 70 van de patiënten binnen twee jaar de therapie moet staken wegens het optreden van bijwerkingen of het uitblijven van effect. Een ander nadeel is dat het enkele maanden…

Auteursinformatie

Sint Radboudziekenhuis, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Afd. Reumatische Ziekten: M.J.H.Wijnands, assistent-geneeskundige; dr.P.L.C.M.van Riel en prof.dr.L.B.A.van de Putte, reumatologen.

Afd. Klinische Farmacologie: prof.dr.F.W.J.Gribnau, internist.

Contact M.J.H.Wijnands

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties