Samenvatting
- De niet-medicamenteuze behandeling van patiënten met chronische obstructieve longziekte (COPD) omvat een groot aantal met elkaar samenhangende componenten.
- Een actief opsporingsbeleid wordt aanbevolen bij (ex-)rokers die ouder dan 40 jaar zijn, en hoesten of 2 luchtweginfecties per jaar hebben.
- Gestructureerde zelfmanagementprogramma’s kunnen positieve effecten hebben; nazorg is van belang om een terugval naar ongezond gedrag te voorkomen.
- Patiënten met COPD dienen niet te roken.
- Inspanningstraining is essentieel bij alle ernstgradaties van COPD en dient, zeker bij ernstige COPD, voorafgegaan te worden door inspanningsonderzoek.
- Inspanningstraining wordt, indien ook andere componenten van longrevalidatie geïndiceerd zijn, bij voorkeur gegeven binnen een longrevalidatieprogramma.
- Bepaalde ademhalingsoefeningen kunnen worden overwogen bij patiënten die zich angstig of gespannen voelen.
- Voedingsinterventie gecombineerd met inspanning dient overwogen te worden bij patiënten met ernstige COPD en ondergewicht, ongewenst gewichtsverlies of een tekort aan vetvrije massa.
- Er zijn beperkte aanwijzingen dat psychosociale interventies bij COPD-patiënten een positief effect hebben op hun welbevinden en psychosociaal functioneren.
- Bij COPD-patiënten die beperkingen ervaren ten aanzien van de fysieke belasting in hun werk is inspanningsonderzoek aangewezen om de energetische belastbaarheid te kunnen beoordelen.
- Onderhoudsbehandeling met zuurstof dient te worden overwogen in geval van hypoxie (Pao2 < 7,3 kPa) en in geval van een Pao2 van 7,3-8,0 kPa en aanwijzingen voor pulmonale hypertensie, perifeer oedeem of een hematocriet > 0,55.
- Jaarlijkse influenzavaccinatie is geïndiceerd.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1233-7
Reacties