Samenvatting
- Met ondersteuning van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO is door een werkgroep, bestaande uit reumatologen, huisartsen, ziekenhuisapothekers, een maag-darm-leverarts en een gezondheidseconoom een landelijke, evidence-based richtlijn voor de preventie van maagschade door niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) ontwikkeld.
- De richtlijn heeft tot doel het aantal maagulceraties met perforatie of bloeding als gevolg van NSAID-gebruik te reduceren. In 2000 zijn door deze complicaties naar schatting 165 mensen overleden.
- De richtlijn bevat hoofdstukken over risicofactoren voor het ontstaan van maagulcera tijdens NSAID-gebruik, de effectiviteit en de relatieve toxiciteit voor de maag van verschillende NSAID's, de effectiviteit van behandelingen ter preventie van maagschade en het behandelen van dyspeptische klachten tijdens NSAID-gebruik.
- De richtlijn beveelt een strategie aan waarbij voorschrijvende artsen bij start van een NSAID dienen na te gaan of en in welke mate het risico op maagschade is verhoogd: de belangrijkste risicofactoren zijn voorafgaand peptisch ulcuslijden, leeftijd > 70 jaar en een onbehandelde infectie met Helicobacter pylori in het kader van peptisch ulcuslijden.
- Bij een verhoogd risico kan de voorschrijvende arts een keuze maken uit 3 strategieën ter preventie van maagschade: toevoegen van misoprostol, toevoegen van een protonpompremmer of de keuze voor een COX-2-selectief NSAID.
- Mits een adequate risico-inschatting is gemaakt, laat de richtlijn voorschrijvers de vrijheid om te kiezen uit deze preventieve maatregelen, waarvan de risicoreductie en de kosten vrijwel gelijk zijn.
- Gebruik van acetylsalicylzuur of cumarinederivaten vergroot het risico, waarbij verschillende preventieve strategieën mogelijk zijn; in de richtlijn wordt nader ingegaan op de situatie die bij combinatie met NSAID's ontstaat.
Reacties