Richtlijn 'Melanoom' (3e herziening)

Klinische praktijk
J.J.E. van Everdingen
H.J. van der Rhee
C.C.E. Koning
O.E. Nieweg
W.H.J. Kruit
J.W.W. Coebergh
D.J. Ruiter
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1839-43
Abstract

Samenvatting

– De 3e herziene richtlijn ‘Melanoom’ heeft een evidence-based karakter. Een aantal uitkomsten wordt in dit artikel samengevat.

– Dermatoscopie verdient een vaste plaats te krijgen in de klinische diagnostiek van gepigmenteerde huidafwijkingen.

– De pathologische bevindingen na een diagnostische excisie dienen zorgvuldig te worden vastgelegd, zoals: de anatomische lokalisatie, de aard van de ingreep, de excisiemarge, de diagnose, de Breslow-dikte en de volledigheid van de verwijdering.

– De schildwachtklieringreep dient gereserveerd te blijven voor patiënten die zo goed mogelijk geïnformeerd willen zijn over hun prognose. De procedure behoort niet tot de standaarddiagnostiek.

– Bij het onderzoek van de schildwachtklier dienen kleuringen op specifieke markers plaats te vinden en op meerdere niveaus.

– Bij de therapeutische reëxcisie van een melanoom worden de volgende marges van niet-afwijkende huid aanbevolen: in-situmelanoom: 0,5 cm; bij een Breslow-dikte tot en met 2 mm: 1 cm; bij een Breslow-dikte van meer dan 2 mm: 2 cm.

– Het pathologisch onderzoek van een reëxcisiepreparaat hangt af van de volledigheid waarmee de eerste afwijking is verwijderd.

– Systemische adjuvante behandeling van melanoompatiënten wordt, buiten studieverband, niet aanbevolen.

– Patiënten met een gemetastaseerd melanoom worden bij voorkeur in studieverband behandeld. Bij behandeling buiten studieverband is dacarbazine aangewezen.

– Er is geen onderzoek waaruit blijkt dat de overlevingskansen verbeteren door frequente follow-up. Follow-up kan echter nuttig zijn voor de informatiebehoefte van patiënten en de zorgbehoefte van artsen.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1839-43

Auteursinformatie

Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Postbus 20.064, 3502 LB Utrecht.

Hr.dr.J.J.E.van Everdingen, dermatoloog.

Haga Ziekenhuis, locatie Leyenburg, afd. Dermatologie, Den Haag.

Hr.dr.H.J.van der Rhee, dermatoloog.

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Radiotherapie, Amsterdam.

Mw.prof.dr.C.C.E.Koning, radiotherapeut.

Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Amsterdam.

Hr.dr.O.E.Nieweg, chirurg.

Erasmus MC-Daniel den Hoed Oncologisch Centrum, Rotterdam.

Hr.dr.W.H.J.Kruit, internist-oncoloog.

Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven.

Hr.dr.J.W.W.Coebergh, epidemioloog.

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Pathologie, Nijmegen.

Hr.prof.dr.D.J.Ruiter, patholoog.

Contact hr.dr.J.J.E.van Everdingen

Verantwoording

Namens de Nederlandse Melanoom Werkgroep waarvan de leden aan het einde van dit artikel worden genoemd.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties