Richtlijn 'Maagklachten'

Klinische praktijk
N.J. de Wit
T.A. van Barneveld
H.P.M. Festen
R.J.L.F. Loffeld
B. van Pinxteren
M.E. Numans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1386-92
Abstract

Samenvatting

- Voor het beleid bij patiënten met maagklachten heeft een multidisciplinair samengestelde werkgroep aanbevelingen opgesteld, namelijk voor kortdurende maagklachten, voor diagnostiek en behandeling van chronisch recidiverende maagklachten en voor chronisch gebruik van maagmedicatie.

- Bij iedere patiënt met alarmsymptomen, dat wil zeggen bloedverlies, dysfagie, gewichtsverlies en anemie bij maagklachten, dient endoscopisch onderzoek plaats te vinden. Een hogere leeftijd is op zichzelf geen reden tot endoscopisch onderzoek.

- Gezien de gunstige prognose is nadere diagnostiek bij kort bestaande klachten (korter dan 2 maanden) meestal niet noodzakelijk en dient behandeling beperkt te blijven tot antacida of H2-receptorantagonisten.

- Alleen indien klachten langer persisteren of frequent recidiveren is er reden tot verder onderzoek, dan wel een andere behandeling (Helicobacter pylori-diagnostiek, proefbehandeling of endoscopisch onderzoek).

- Nadere diagnostiek op H. pylori blijkt vooral effectief bij patiënten met een hogere kans op een peptisch ulcus; dat zijn patiënten met persisterende, dan wel recidiverende maagklachten zonder refluxkenmerken, dan wel met een ulcus in de voorgeschiedenis.

- Een proefbehandeling met een protonpompremmer is vooral effectief bij patiënten die persisterende maagklachten met kenmerken van refluxziekte hebben.

- Endoscopisch onderzoek is vooral effectief om een maligniteit uit te sluiten of bij diagnostische onzekerheid van arts of patiënt.

- De enige indicatie voor chronisch continu gebruik van protonpompremmers is aangetoonde ernstige refluxoesofagitis. Bij minder ernstige vormen van refluxziekte dient te worden gestreefd naar gebruik naar behoefte, dan wel intermitterend gebruik.

- Bij ulcusziekte en functionele maagklachten is chronisch gebruik van een protonpompremmer niet geïndiceerd.

Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1386-92

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Postbus 85.060, 3508 AB Utrecht.

Hr.dr.N.J.de Wit en hr.dr.M.E.Numans, huisartsen.

Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Utrecht.

Hr.ir.T.A.van Barneveld, epidemioloog.

Jeroen Bosch Ziekenhuis, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, ’s-Hertogenbosch.

Hr.dr.H.P.M.Festen, maag-darm-leverarts.

Zaans Medisch Centrum, afd. Inwendige Geneeskunde, Zaandam.

Hr.dr.R.J.L.F.Loffeld, internist.

Nederlands Huisartsen Genootschap, Utrecht.

Hr.drs.B.van Pinxteren, huisarts.

Contact hr.dr.N.J.de Wit (n.j.dewit@umcutrecht.nl)

Verantwoording

Namens de NHG-CBO-werkgroep 'Maagklachten', waarvan de leden aan het einde van dit artikel staan vermeld.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties