Samenvatting
Doel
Evalueren van het effect van de herziene richtlijn ‘Opvang van patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel’ (LTH) op het aantal CT-scans van het cerebrum, het aantal ziekenhuisopnames en het aantal intracraniële traumatische afwijkingen gevonden bij CT-onderzoek.
Opzet
Retrospectieve ‘voor-na’-studie.
Methode
Met gestructureerd statusonderzoek werd een periode van 3 maanden (de onderzoeksperiode) – geruime tijd na de implementatie van de LTH-richtlijn – vergeleken met een periode van 3 maanden vóór implementatie (de controleperiode). Zowel kinderen als volwassenen werden geïncludeerd. Primaire uitkomstmaten waren het percentage ziekenhuisopnames en het percentage CT-scans van het cerebrum onder patiënten met LTH. Secundaire uitkomstmaten waren traumatische bevindingen op CT-scans, neurochirurgische interventie en adherentie aan de richtlijn.
Resultaten
In de onderzoeks- en controleperiode bezochten respectievelijk 1063 en 1026 patiënten met LTH de onderzochte SEH. In de onderzoeksperiode werd bij 34,2% van de patiënten een hersenscan gemaakt, significant meer dan in de controleperiode (CT-scan bij 18,8%; p < 0,01). Ook het percentage opnames nam significant toe, van 13,8 naar 18,2% (p = 0,01). De verschillen tussen de 2 periodes hadden voornamelijk betrekking op kinderen vanaf 6 jaar en volwassenen. Er was geen verschil in intracraniële traumatische afwijkingen of neurochirurgische interventie. De richtlijn werd redelijk goed gevolgd bij de indicatiestelling voor opname (81,7% correct gevolgd) en voor CT van het cerebrum (88,3% correct gevolgd).
Conclusie
Na introductie van de huidige LTH-richtlijn zijn de percentages ziekenhuisopnames en CT-scans van het cerebrum significant toegenomen. De verwachting was dat de richtlijn juist tot een afname zou leiden. De toename lijkt niet veroorzaakt door frequenter of ernstiger hoofd-hersenletsel.
Reacties