Samenvatting
-
De richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van inflammatoire darmziekten (IBD) bij volwassenen’ beschrijft de aanbevolen, multidisciplinaire aanpak van volwassen patiënten met IBD na analyse van de literatuur, volgens principes van evidence-based richtlijnontwikkeling.
-
De symptomen bij eerste presentatie van een patiënt met IBD hangen vooral samen met de ziektelokalisatie en ernst van de ziekte en niet zo zeer van de uiteindelijke diagnose ‘ziekte van Crohn’ of ‘colitis ulcerosa’. Er is geen test waarmee de ziekten met zekerheid van elkaar zijn te onderscheiden.
-
Klinische verschijnselen met compatibele ileocoloscopie en histopathologisch onderzoek van biopten vormen de gouden standaard voor het stellen van de diagnose ‘IBD’.
-
Het sluitstuk van het diagnostisch traject is het vastleggen van een classificerende diagnose (volgens de montréal-classificatie) teneinde eenduidige communicatie over de patiënt mogelijk te maken.
-
Het eerste streven bij de behandeling is actieve ziekte tot rust te brengen (inductietherapie); gelijktijdig wordt onderhoudsbehandeling ingesteld. Beide therapeutische doelen tracht men te bereiken door een zogeheten ‘step-up’-strategie, waarbij de krachtiger therapieën pas ingezet worden na falen van simpelere therapievormen
-
Chirurgische interventie is aangewezen als de medicamenteuze behandeling niet aanslaat, bij onbehandelbare bloeding uit de darm, als er een vernauwing van de darm is ontstaan door littekenweefsel, of als er complicaties van de ontsteking zijn opgetreden zoals een abces, buikvliesontsteking of gecompliceerde fistelvorming.
-
Voeding en dieet spelen geen primaire therapeutische rol bij behandeling van volwassenen met IBD, wel een ondersteunende rol in algemeen therapeutische zin met speciale aandacht voor puntdeficienties.
-
Probiotica hebben een aangetoond effect bij voorkómen van pouchitis, maar niet bij de behandeling van IBD. Alternatieve geneeswijzen hebben geen enkele therapeutische rol bij de behandeling van IBD.
-
Het risico op het krijgen van een colorectaal carcinoom is licht verhoogd voor IBD-patiënten. Bij de surveillance is detectie van dysplasie belangrijk. Derhalve is adequate endoscopische controle aangewezen in een schema dat steeds intensiever wordt naarmate de tijd sinds de diagnose verstrijkt.
Reacties