Door onderzoek van geregistreerde longgeluiden (fonopneumografie) en verbinding van auscultatoire met longfunctionele gegevens is er het laatste decennium inzicht verkregen in de ontstaanswijze en de betekenis van longgeluiden. De klinische waarde van de auscultatie is hierdoor aanzienlijk toegenomen. Een juiste interpretatie van bijgeluiden kan voor vele patiënten een belangrijke diagnostische aanwinst betekenen.
Over de nomenclatuur van de longgeluiden heerst tot op de dag van vandaag een Babylonische spraakverwarring. Vraag twee artsen te beschrijven wat zij horen bij longauscultatie van een patiënt en men krijgt ten minste twee verschillende opinies. In recente Angelsaksische publikaties probeert men zich te baseren op fonopneumografische gegevens en op – nog vaak speculatieve – pathofysiologische interpretaties daarvan. Deze nieuwe termen zijn voor de clinicus zonder scholing in geluidstheorie en longfysiologie niet altijd duidelijk. Voor de praktische arts blijft de belangrijkste vraag of de waargenomen bijgeluiden een gevolg zijn van pathologische processen in de geleidende luchtwegen, in…
Reacties