Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Remodellering van de vaatwand: een determinant van lumenstenosering en een factor met prognostische betekenis

Klinische praktijk
A. Vink
D.P.V. de Kleijn
C. Borst
G. Pasterkamp
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:1264-70
Abstract
Abstract
Sluiten
Remodelling of the arterial wall: a determinant of luminal stenosis and a factor with prognostic significance

- A structural transversal change in artery size is a type of arterial remodelling.

- Luminal stenosis in atherosclerosis is not only determined by plaque increase, but also by remodelling of the vessel wall.

- Expansive remodelling prevents luminal stenosis by atherosclerotic plaque progression, whereas constrictive remodelling increases luminal stenosis.

- Expansive remodelling is associated with lesions that are frequently observed at sites of acute manifestations of atherosclerotic disease, such as myocardial infarction, and it is therefore a negative prognostic feature. Constrictive remodelling is associated with stable plaque lesions.

- Remodelling of the vessel wall also plays a role after interventions such as balloon angioplasty, heart transplantation and bypass surgery. For example, the most important determinant of restenosis after balloon angioplasty is constrictive remodelling.

Samenvatting

- Een structurele transversale verandering in arteriegrootte is een vorm van arteriële remodellering.

- Lumenstenosering bij atherosclerose wordt niet alleen bepaald door toename van de atherosclerotische plaque, maar ook door remodellering van de vaatwand.

- Expansieve remodellering voorkomt lumenvernauwing door atherosclerotische plaquetoename, terwijl constrictieve remodellering dit proces juist versnelt.

- Expansieve remodellering gaat samen met afwijkingen die vaak worden gevonden bij acute manifestaties van atherosclerose, zoals het myocardinfarct, en heeft daardoor een ongunstige prognostische betekenis. Constrictieve remodellering gaat samen met stabiele plaques.

- Remodellering van de vaatwand speelt ook een rol na interventies zoals ballonangioplastiek, harttransplantatie en bypassoperatie. Zo is constrictieve remodellering de belangrijkste determinant van restenose na ballonangioplastiek.

Artikelinformatie
Aanvaard op

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:1264-70
Vakgebied
Chirurgie
Pathologie
Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Laboratorium voor Experimentele Cardiologie, Heidelberglaan 100, 3584 CX Utrecht.

A.Vink, arts-onderzoeker (thans: assistent-geneeskundige, Ziekenhuis Gooi-Noord, afd. Interne Geneeskunde, Blaricum); dr.D.P.V.de Kleijn, moleculair bioloog; prof.dr.C.Borst, arts; dr.G.Pasterkamp, arts en epidemioloog.

Contact dr.G.Pasterkamp (g.pasterkamp@hli.azu.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties