Samenvatting
Doel
Bepalen of de longfunctie van schoolkinderen samenhing met het radicaalgenererend vermogen van klein (‘fijn’) stof in de lucht.
Opzet
Beschrijvend.
Methode
Er werden 6 basisscholen in Maastricht geselecteerd, in gebieden met verschillende verkeersintensiteiten. Op die scholen werd op 4 dagen een luchtstofmonster genomen; in de 6 gepoolde monsters werd de concentratie fijn stof gemeten. Bij de kinderen in groep 5-8 van de scholen werd de longfunctie gemeten en over de gezondheid van de kinderen beantwoordden hun ouders schriftelijke vragen.
Resultaten
Gemiddeld participeerde 66 van de kinderen (184 meisjes en 158 jongens, met een gemiddelde leeftijd van 10 jaar (uitersten: 8-13)). Het gemiddelde FEV1 op de 6 scholen was niet gerelateerd aan de totale hoeveelheid fijn stof in de lucht, maar was wel lager naarmate er een groter radicaalgenererend vermogen in de luchtmonsters was gemeten. Er leek geen relatie te zijn tussen het radicaalgenererend vermogen van het stof en de verkeersintensiteit.
Conclusie
De longfunctie hing samen met het radicaalgenererend vermogen van fijn stof in de lucht. Op basis van deze bevindingen zouden toekomstige richtlijnen mede gebaseerd kunnen worden op de chemische eigenschappen van het fijn stof en niet uitsluitend op de hoeveelheid fijn stof.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:735-40
Reacties