Re-expansielongoedeem bij een patiënt na behandeling van een pneumothorax

- In a 32-year-old man with left-sided pneumothorax, dyspnoea and tachypnoea with a drop in blood pressure and severe hypoxaemia recurred during drainage. The chest X-ray revealed an alveolar infiltrate in the middle and lower segments of the left lung that was interpreted as re-expansion pulmonary oedema. The patient was respirated and given extra fluids. Extubation was possible after four days. Re-expansion pulmonary oedema is a rare, potentially lethal complication after treatment of a collapsed lung due to a hydro- or pneumothorax. The oedema usually occurs in the re-expanded lung and must be considered when there is a sudden respiratory or haemodynamic deterioration after drainage of fluid or air. The diagnosis is made by clinical examination and chest X-ray. Predisposing factors are a large hydro- or pneumothorax, long-term collapse, young age and rapid re-expansion. This complication can be prevented by low negative suction pressures and by aspirating a maximum of 1,000 to 1,500 ml of pleural fluid. The pathophysiology of re-expansion pulmonary oedema is not completely understood and is probably multifactorial. The treatment is merely supportive: oxygen, intravenous fluid substitution and if necessary artificial ventilation. The use of diuretics should be avoided in patients with hypotension.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:259-62

Samenvatting

Bij een 32-jarige man met een pneumothorax links ontstonden tijdens drainage opnieuw dyspneu en tachypneu met bloeddrukdaling en ernstige hypoxemie. Op de thoraxröntgenfoto werd een alveolair infiltraat in het midden- en onderveld van de linker long gezien, dat werd geïnterpreteerd als re-expansielongoedeem. Patiënt werd beademd en kreeg extra vocht. Na 4 dagen kon hij worden geëxtubeerd. Re-expansielongoedeem is een zeldzame, potentieel dodelijke complicatie na behandeling van longcollaps door pleurale vochtophoping of door pneumothorax. Het oedeem treedt meestal op in de gere-expandeerde long en moet overwogen worden bij plotse respiratoire of hemodynamische achteruitgang na drainage van vocht of lucht. De diagnose wordt klinisch gesteld en bevestigd door middel van een standaardröntgenopname van de thorax. Predisponerende factoren zijn een grote thoracale vochtophoping of pneumothorax, een lange duur van de longcollaps, jonge leeftijd en een snelle long-re-expansie. Ter preventie wordt aangeraden om bij een pneumothorax zo weinig mogelijk suctie toe te passen en bij pleurale effusie maximaal 1000 tot 1500 ml per keer te draineren. De pathofysiologie van re-expansielongoedeem is niet volledig opgehelderd en is vermoedelijk multifactorieel. Behandeling is ondersteunend: zuurstof, intraveneuze vochtsubstitutie en zo nodig kunstmatige ventilatie. Gebruik van diuretica dient vermeden te worden bij hemodynamisch instabiele patiënten.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:259-62

Artikelinformatie

Aanvaard op

17 oktober 2005

4 februari 2006

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:259-62

Vakgebied

Longziekten

Auteursinformatie

Sint-Elisabeth Ziekenhuis, Rubensstraat 166, 2300 Turnhout, België.

Afd. Interne Geneeskunde: hr.dr.H.E.Van Herendael, assistent-geneeskundige; mw.dr.M.C.Van den Heuvel, internist-longarts; hr.dr.G.W.Van Roey, internist-maag-darmarts.

Afd. Anesthesiologie: hr.dr.F.M.Soetens, anesthesioloog-intensivist.

Contact hr.dr.F.M.Soetens (filiep.soetens@village.uunet.be)