Samenvatting
Doel
In 2017 was er een piek met 81 suïcides onder adolescenten tot 20 jaar. Psychologische autopsies werden uitgevoerd onder nabestaanden om invloedrijke factoren te identificeren en tot praktische aanbevelingen voor suïcidepreventie te komen.
Opzet
Multi-methodische psychologische autopsie met diepte-interviews en vragenlijsten.
Methode
Forensisch artsen achterhaalden jeugdsuïcides uit 2017 en huisartsen namen contact op met de ouders of verzorgers. 95 respondenten, behorende bij 35 overleden adolescenten, werden geïnterviewd en vulden vragenlijsten in over invloedrijke factoren, de laatste periode, adolescentie, jeugdzorg en ggz, imitatie-effecten, sociale media en seksuele oriëntatie. Op de antwoorden werden kwalitatieve thematische en kwantitatieve descriptieve analyses uitgevoerd.
Resultaten
Op individueel niveau speelde een complex samenspel van negatieve ervaringen uit de kindertijd een rol, zoals pesten, echtscheiding ouders, seksueel misbruik, maar ook psychische stoornissen en eerdere suïcidepogingen. De meeste adolescenten ontvingen zorg op moment van overlijden, hadden vaak meerdere diagnosen en hadden moeite om passende zorg te vinden. Er vielen 3 subgroepen op: (a) meisjes met een perfectionistische houding die psychopathologie ontwikkelden en uitvielen op school; (b) jongens met een ontwikkelingsstoornis, zoals autisme, die werden overgeplaatst naar speciaal onderwijs en zich afgewezen voelden; en (c) adolescenten zonder duidelijke signalen, die nooit hulp hadden ontvangen. Daarnaast werden besmettingseffecten gevonden van sociale media die adolescenten in klinische settingen gebruikten.
Conclusie
Suïcidaliteit is een complex, vaak langdurig proces en heeft nooit één oorzaak. Het is belangrijk om, zeker bij adolescenten, bij allerlei klachten alert te zijn op suïcidale gedachten. Zorg voor continuïteit in de behandeling, maak gebruik van ‘netwerkpsychiatrie’ waarin hulpverleners niet doorverwijzen maar zelf betrokken blijven, en biedt preventie aan in onderwijs.
Reacties