Psychoanalytisch denken komt voort uit de psychoanalyse. Psychoanalyse heeft, zoals Freud (1856-1939) aangaf, drie verschillende betekenissen.1-3
In de eerste plaats is psychoanalyse een methode van onderzoek van psychische processen en wel van de invloed van onbewuste impulsen, gevoelens en fantasieën op het functioneren van de mens.
Ten tweede is psychoanalyse een psychologische persoonlijkheidstheorie die Freud ontwikkelde op grond van zijn ervaringen bij de behandeling van hysterische patiënten. Hierbij stuitte hij op het bestaan van de kinderlijke seksualiteit. Tevens kwam hij tot de conclusie dat vroege ervaringen invloed hebben op de volwassen persoonlijkheid. Aldus kreeg zijn theorie een ontwikkelingsaspect.
Ten derde verstaat men onder psychoanalyse een vorm van een psychische behandeling waarbij de analyticus de patiënt helpt klaarheid te verkrijgen in zijn moeilijkheden, kinderlijke karaktertrekken en interpersoonlijke conflicten in termen van ervaringen uit het verleden.
Hoekstenen van de psychoanalytische theorie
1. Lang voor Freud werd het bestaan van onbewuste processen…
Reacties