Samenvatting
Met zelfrapportage-lijsten werd het psychisch en seksueel functioneren vastgesteld van 62 vrouwen die een uterusextirpatie ondergingen wegens een benigne aandoening. Vergeleken met referentiegroepen hebben de vrouwen na de operatie meer last van depressie, psychische en lichamelijke klachten, seksuele problemen en hebben zij een slechtere relatie met hun partner. In vergelijking met de periode voor de ingreep lijkt er gemiddeld echter weinig veranderd te zijn. Het seksuele functioneren, de relatie met de partner, de psychische en lichamelijke klachten, het gevoel van vrouw-zijn en de zelfwaardering waren volgens het merendeel van de vrouwen onveranderd. Wel worden na de ingreep minder depressieve gevoelens gerapporteerd dan ervoor. Binnen de groep als geheel blijken er echter grote onderlinge verschillen te bestaan in de reactie op de ingreep. Kenmerken van vrouwen die zeiden minder klachten te hebben en van vrouwen met meer klachten worden beschreven. Aanbevolen wordt de partner nauw te betrekken bij de voorbereiding op de operatie en de nazorg, en meer zorg te besteden hieraan bij vrouwen bij wie zich onverwacht een noodzaak tot uterusextirpatie voordoet.
Reacties