Zie ook het artikel op bl. 984.
De geneeskundige praktijk is in belangrijke mate verankerd in het hippocratische principe ‘primum non nocere’ vóór alles niet schaden. Dit betekent dat wanneer de arts pogingen onderneemt het ziektebeloop in een voor de patiënt gunstige zin te beïnvloeden er in de eerste plaats geen onnodige schade door dat medisch ingrijpen mag worden aangericht.
Dit wezenlijke uitgangspunt staat nogal eens onder druk. Het is vaak moeilijker patiënten en betrokkenen ervan te overtuigen dat een handeling (met de nodige complicaties) misschien beter achterwege kan worden gelaten, dan om hen ervan te overtuigen dat een dergelijk ingrijpen wel noodzakelijk geacht wordt. In de laatste situatie willen betrokkenen achteraf nog wel eens zeggen ‘dat er in ieder geval alles aan gedaan is’.
Toepassing van het primum non nocere op de chirurgische behandeling van patiënten met mammacarcinoom verklaart logisch de ontwikkeling van de uiterst mutilerende Halsted-amputaties, via…
Reacties