Samenvatting
Doel
Kennis opdoen over de duur van een depressieve episode, de kans op herstel en factoren die de prognose voorspellen bij depressieve 55-plussers in de huisartsenpraktijk.
Opzet
Beschrijvend, cohortonderzoek.
Methode
55-plussers die een van de 32 deelnemende huisartsenpraktijken in West-Friesland bezochten werden gescreend op de aanwezigheid van een depressieve stoornis met behulp van twee achtereenvolgende testen. We includeerden 234 deelnemers met een depressieve stoornis volgens DSM-IV criteria. Zij werden geïnterviewd tijdens de nulmeting en elke 6 maanden daarna, gedurende 3 jaar. De primaire uitkomstmaten waren tijd tot herstel en de kans op herstel op de verschillende meetpunten. Met behulp van multivariate regressieanalyses identificeerden we factoren die verband hielden met de prognose.
Resultaten
De mediane duur van de depressie was 18 maanden (95%-BI: 13-23). 35% herstelde binnen 1 jaar, 60% binnen 2 jaar en 68% binnen 3 jaar. Er was een verband tussen het niet herstellen van de depressie enerzijds en een ernstigere depressie, een positieve familieanamnese voor depressie en de aanwezigheid van meer functionele beperkingen anderzijds. Het fysieke functioneren verslechterde tijdens de follow-up in de groep depressieve patiënten, maar niet in de groep herstelde patiënten.
Conclusie
Depressie bij 55-plussers in de huisartsenpraktijk heeft een slechte prognose. Variabelen die de prognose voorspellen kunnen vrij eenvoudig worden vastgesteld in de dagelijkse praktijk. Dit kan helpen om in een vroeger stadium intensievere depressiebehandeling aan te bieden aan mensen met het hoogste risico op een slechte prognose.
Depressie bij 55-plussers
Na het lezen van uw artikel vroeg ik mij af of er ook naar de voedingstoestand van de 55-plussers met een depressie is gekeken. Bij ouderen komen regelmatig deficiënties van foliumzuur, vitamine B12 en vitamine D voor. Voor deze vitamines zijn in de literatuur associaties met depressie beschreven. Ook heeft bijvoorbeeld de foliumzuurstatus invloed op de werking van antidepressiva.
M.A. Verheul-Koot, diëtist