artikel
Op 7 november 2011 overleed Bert van Linge, emeritus hoogleraar orthopedie aan het Erasmus MC, Rotterdam, ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw en oud-redacteur van het Tijdschrift.
In het aanvankelijke curriculum van de nieuwe medische faculteit te Rotterdam was geen rekening gehouden met een zelfstandige afdeling orthopedie. Bezwaren hiertegen hadden resultaat. Op 2 september 1971 werd de benoeming van dr. Bernard van Linge tot buitengewoon hoogleraar aan de Erasmusuniversiteit en tot hoofd van een nog op te richten Instituut Orthopedie in het academisch ziekenhuis Dijkzigt een feit. Een jaar later volgde de benoeming tot gewoon hoogleraar. Op 15 september 1974 kon zijn nieuwe afdeling worden ingewijd. Van Linge bleef het inspirerend hoofd tot zijn emeritaat in 1993.
Van Linge werd geboren te Groningen, volgde aldaar het gymnasium en ging aansluitend binnenhuisarchitectuur studeren te Amsterdam. Twee jaar later startte hij in Groningen de studie geneeskunde. Verdere specialisatie in de orthopedie volgde: eerst drie jaar assistentschap heelkunde te Zwolle (dr. J.C.P. Eeftinck Schattenkerk), aansluitend een driejarig assistentschap onder leiding van dr. J.D. Mulder in de Annakliniek voor Orthopedie te Leiden. Van Linge werkte daarna ook in het laboratorium voor experimentele orthopedie van het Leidse academisch ziekenhuis. Tijdens zijn laboratoriumjaren publiceerde hij meer dan 20 artikelen, voornamelijk over experimenteel onderzoek van het spierweefsel. Al eerder (1959) promoveerde hij te Groningen op het onderwerp ‘Experimentele spierdystrophie bij de rat’.
Samen met Ben van den Bosch, ook afkomstig van de Leidse Annakliniek, bouwde Van Linge de universiteitskliniek in Rotterdam vanaf de grond op. Daarbij golden vanaf het begin twee gouden regels: het werk moest degelijk zijn en alleen wetenschappelijk beproefde methoden mochten worden toegepast. Nieuwe methoden werden zeer kritisch benaderd; voor nieuwlichterij was geen plaats. Wie zich aan deze regels hield, kon verder rekenen op een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid. Van Linge leidde met deze uitgangspunten 30 assistenten op. Dat zijn beleid als conservatief bekend kwam te staan, deerde hem niet; aan zelfvertrouwen ontbrak het hem niet.
Erkenning voor zijn wetenschappelijke instelling ervoer Van Linge bij zijn benoeming in 1975 – als eerste orthopeed – tot lid van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Hetzelfde gold voor zijn redacteurschap van het NTvG en het lidmaatschap van de Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Dat mede door zijn toedoen het hoog aangeschreven tijdschrift Acta Orthopaedica Scandinavica ook voor de leden van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging hét officiële publicatieorgaan werd, schonk hem waarschijnlijk de meeste voldoening in zijn carrière en daarna. In de jaren dat hij lid was van de redactie knoopte hij stevige banden aan met verschillende universiteitsklinieken in Scandinavië.
Van Linge schuwde het openbare debat niet. Zo wees hij op de ondemocratische structuur van de artsenpensioenfondsen; hij gispte de inhumane kanten van het budgetbeleid vooral voor de oudere patiënten met ernstige heupproblemen. En hij had geen goed woord over voor het feit dat velen ten onrechte in de WAO terechtkwamen.
Bert van Linge was het middelpunt van zijn gezin en steeds een betrouwbare steun voor zijn vrouw Heleen en voor zijn drie kinderen. Op zijn 82e jaar was hij oergezond. Van een toen opgetreden hartprobleem herstelde hij slechts ten dele. Zijn heengaan is een grote slag voor het hele gezin. Wij wensen hun veel sterkte bij de aanvaarding van dit onherstelbare verlies.
Reacties