Samenvatting
Doel
Vaststellen of met primaire hoog gedoseerde chemotherapie in combinatie met hematopoëtische groeifactoren, gevolgd door radicale chirurgie en radiotherapie, de prognose van een stadium III-mammacarcinoom verbetert.
Opzet
Fase II-onderzoek.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Amsterdam.
Methode
Er werden 15 patiënten met een lokaal vergevorderd mammacarcinoom (stadium IIIA of IIIB) elke 3 weken behandeld met doxorubicine 90 mgm² en cyclofosfamide 1000 mgm², gevolgd door granulocyt-macrofaag-kolonie-stimulerende factor (GM-CSF) 250 19m² vanaf dag 2 tot en met dag 12. Na 4-6 van deze kuren werd de behandeling in principe voortgezet met een gemodificeerde radicale mastectomie, gevolgd door radiotherapie. De mediane follow-up-duur was 18 maanden.
Resultaten
Alle tumoren namen > 50 af na chemotherapie. Bij 1015 patiënten was er klinisch complete remissie; bij 69 van dezen was er bij pathologisch onderzoek nog slechts microscopisch tumor zichtbaar, bij de overige 3 was de restdiameter ≤ 1 cm. De hematologische toxiciteit was mild. Graad III-IV-beenmergsuppressie werd gevolgd door een snel herstel van het aantal neutrofiele granulocyten en trombocyten onder invloed van GM-CSF. De niet-hematologische toxiciteit kwam tot uiting in misselijkheid en braken, stomatitis en milde bijwerkingen die aan GM-CSF konden worden toegeschreven.
Conclusie
Bij de behandeling van het lokaal vergevorderde mammacarcinoom lijkt het verantwoord om te beginnen met chemotherapie. Dosis-escalatie van effectieve chemotherapeutica resulteerde in een groot aantal complete remissies.
Reacties