Prikaccidenten en seksuele accidenten in Nederland

Opinie
H.L. Zaaijer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1959-60
Abstract

Zie ook de artikelen op bl. 1967 en 1981.

Elders in dit nummer geven Van Wijk et al. een nuttig overzicht van de aanwezige infrastructuur voor de afhandeling van prikaccidenten in ons land.1 Uit hun enquête onder ziekenhuizen en GGD’s blijkt dat op veel plaatsen de taakverdeling tussen ziekenhuis en GGD en de mogelijkheid tot snel testen en postexpositieprofylaxe ten aanzien van hiv geregeld zijn. Maar ook is het mogelijk dat slachtoffers niet geholpen worden of er pas na veel moeite achterkomen waar een prikaccident in de regio kan worden afgehandeld. Wordt hier de vinger op een zere plek gelegd of valt het mee met de gesignaleerde gebreken?

Bij nadere beschouwing lijkt het minder gelukkig om te spreken van ‘de’ infrastructuur voor de afhandeling van prikaccidenten, omdat de auteurs zonder toelichting seksuele accidenten tot prikaccidenten rekenen en omdat de afhandeling van beroepsgebonden prikaccidenten vaak juist lokaal goed geregeld…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Klinische Virologie, L1-111, Postbus 22.660, 1100 DD Amsterdam.

Contact Hr.dr.H.L.Zaaijer, arts-microbioloog (h.l.zaaijer@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties