Preventie van 'graft-versus-host'-ziekte na allogene beenmergtransplantatie bij patiënten met leukemie

– One of the main complications of allogeneic bone marrow transplantation for leukaemia is the socalled graft-versus-host disease (GVHD), an immunological reaction originating from the transplanted marrow and directed against the recipient's tissues. The authors describe their findings in patients in whom special measures were taken to prevent GVHD. The donor bone marrow was processed before transplantation by two different methods to reduce the numbers of T lymphocytes in the graft. The first method reduced the number of T lymphocytes in the transplanted marrow by 90 (group A, 9 patients); the second method resulted in a reduction by 99 (group B, 9 patients). Of the 7 patients of group A who could be followed-up long enough after transplantation, 5 showed GVHD which was in most cases of mild severity. Of this group, 4 patients are currently alive and well. Of the 9 patients of group B, none developed GVHD and at the present time, 8 of them are free of leukaemia.

These preliminary findings which suggest the possibility of safer transplantation of allogeneic bone marrow are discussed in the context of the results in the literature.

Samenvatting

Een van de voornaamste complicaties van allogene beenmergtransplantatie voor leukemie is de zogenaamde graft-versus-host(GVH)-ziekte, een afstotingsreactie die uitgaat van het beenmergtransplantaat en gericht is tegen de weefsels van de ontvangende patiënt. De auteurs beschrijven hun ervaringen bij patiënten bij wie bijzondere maatregelen werden genomen om GVH-ziekte te voorkomen. Door een bewerking van het gepuncteerde donorbeenmerg vóór de transplantatie werden de T-lymfocyten in het transplantaat verminderd. Dit geschiedde op twee manieren. Bij de eerste methode werd het aantal T-lymfocyten in het transplantaat tienvoudig gereduceerd (groep A, 9 patiënten) en bij de tweede methode resulteerde de bewerking in een honderdvoudige vermindering (groep B, 9 patiënten). Van de 7 patiënten uit groep A die voldoende lang na transplantatie konden worden gecontroleerd, werd bij 5 GVH-ziekte waargenomen, meestal van milde aard. Van deze groep zijn op dit moment 4 patiënten in leven en in goede gezondheid. Bij geen van de 9 patiënten uit groep B ontstond GVH-ziekte en op dit moment verkeren 8 van hen in goede gezondheid, zonder verschijnselen van leukemie.

Deze eerste gegevens, die een veiliger toepassing van allogene beenmergtransplantatie suggereren, worden besproken in het licht van de resultaten in de literatuur.