Preventie van allergie: nuttig en nodig

Klinische praktijk
C.M.F. Kneepkens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2086
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 2087.

Men schat dat 15 van de Nederlandse bevolking lijdt aan allergische aandoeningen als voedselallergie, atopisch eczeem, astma en allergische rinoconjunctivitis. De belangrijkste risicofactor voor allergie is voor een zuigeling bewezen allergie bij één of meer eerstegraadsfamilieleden. De snelle toename van de prevalentie van allergie in recente jaren en de last die deze veroorzaakt, ook in economische zin, voeden de vraag naar effectieve preventiemaatregelen. Inmiddels zijn tientallen groot opgezette epidemiologische studies en interventiestudies verricht. Uit grote gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken en meta-analysen blijkt dat van alle denkbare preventiemaatregelen er slechts 2 onmiskenbaar effectief zijn: niet roken tijdens de zwangerschap en voedingsinterventie, met name exclusieve borstvoeding, gedurende tenminste 4 maanden.

Iedereen accepteert het belang van niet-roken door de zwangere en de moeder, maar over het preventieve effect van voedingsinterventie bestaat discussie en niet alleen over de superioriteit van borstvoeding in dezen.1 Enkele retrospectieve studies…

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, afd. Kindergeneeskunde, De Boelelaan 1117, 1081 HV Amsterdam.

Contact Hr.dr.C.M.F.Kneepkens, kinderarts-gastro-enteroloog (cmf.kneepkens@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties