Samenvatting
Doel
Bepaling van de prevalentie van leeftijdgebonden maculopathie van het netvlies in een omschreven bevolkingsgroep in Nederland.
Opzet
Dwarsdoorsnede-bevolkingsonderzoek.
Plaats
De stadswijk Ommoord, Rotterdam.
Methode
Fundusfoto's van 6251 deelnemers van het ‘Erasmus Rotterdam gezondheid en ouderen’ (ERGO)-onderzoek werden beoordeeld op de aanwezigheid van maculopathie in de vorm van drusen en pigmentatieveranderingen, en tevens op atrofische of neovasculaire leeftijdgebonden maculadegeneratie als eindstadia van de maculopathie.
Resultaten
De prevalentie van minstens 1 druse met een diameter > 63 µm nam significant toe van 40,8 in de leeftijdscategorie 55-64 jaar tot 52,6 bij 85-plussers. Significante prevalentietoename was er ook voor: drusen ≥ 125 µm (van 4,8 tot 17,5), hypopigmentatie van het retinale pigmentepitheel (van 3,5 tot 9,0) en hyperpigmentaties (van 3,7 tot 15,3). De prevalentie van atrofische of neovasculaire leeftijdgebonden maculadegeneratie bedroeg 1,7. Beide afwijkingen namen significant toe in de genoemde leeftijdsgroepen van 0,1 tot 3,7 voor atrofische en van 0,1 tot 7,4 voor neovasculaire maculadegeneratie. De prevalentie was gelijk bij vrouwen en mannen.
Conclusie
De prevalentie van leeftijdgebonden maculopathie nam sterk toe met de leeftijd en was niet verschillend tussen mannen en vrouwen. De neovasculaire vorm kwam 2 maal zo vaak voor als de atrofische. De resultaten doen vermoeden dat leeftijdgebonden maculopathie minder vaak voorkwam dan in overeenkomstige populaties in de V.S.
Reacties