Preoperatieve naaldbiopsie: een aanwinst bij palpabele mammatumoren met sterke aanwijzingen voor maligniteit

To assess the value of needle core biopsy to replace frozen sections in palpable breast masses highly suspicious for malignancy.

Design

Cohort study.

Setting

University Hospital Leiden, the Netherlands.

Method

In 274 patients with 279 palpable breast masses a needle core biopsy was performed in addition to the triple diagnostic approach (i.e. physical examination, imaging by mammography and ultrasound and cytologic examination), if highly suspicious for malignancy. The core biopsy was performed by means of a 18-gauge needle in 89 lesions guided by palpation and in 190 lesions under ultrasound guidance. The results were compared with the final diagnosis: 19 benign lesions and 260 malignant lesions.

Results

In 63 lesions the results of the triple diagnostic approach were unequivocally malignant, this was confirmed in all cases. In 208 lesions the results of the needle core biopsy were malignant, without false positive results. However, there were 3 false negative results. The proportion of inconclusive needle core biopsies was higher when performed on palpation (35) than when performed under ultrasound guidance (7). When the specimen showed non-invasive carcinoma, a reliable prediction of invasion was not possible. In 264 cases excision of the lesion was performed. Given the unequivocally malignant triple diagnostic approach in 59 cases of the 264 patients operated (22) frozen sections were not performed. By addition of needle core biopsy this percentage rose to 74.

Conclusion

Needle core biopsy is an important additional tool in the preoperative work-up of breast masses highly suspicious for malignancy, in order to reduce the number of frozen sections.

Samenvatting

Doel

Bepalen van de waarde van de naaldbiopsie als aanvulling op de triplediagnostiek bij palpabele mammatumoren die sterk maligniteit doen vermoeden.

Opzet

Cohortonderzoek.

Plaats

Academisch Ziekenhuis Leiden.

Methode

Bij 274 patiënten met 279 palpabele afwijkingen, waarvan men op grond van de triplediagnostiek (dat is de combinatie van het lichamelijk onderzoek, de mammografie – zo nodig aangevuld met echografie – en de cytologische punctie) sterk vermoedde dat ze maligne waren, werd ook een naaldbiopsie uitgevoerd. Deze werd bij 89 afwijkingen op geleide van de palpatie verricht en bij 190 onder echogeleide; er werd een naald van 18 gauge gebruikt. De uitslagen werden vergeleken met de uiteindelijke diagnose: 19 benigne afwijkingen en 260 maligne tumoren, waarvan 10 niet-invasief.

Resultaten

De triplediagnostiek gaf bij 63 afwijkingen de eenduidige uitslag ‘maligne’, die in alle gevallen werd bevestigd. Bij de naaldbiopsieën werd in 208 gevallen de diagnose ‘maligne’ afgegeven; er waren geen fout-positieve, wél 3 fout-negatieve resultaten. Het percentage niet-conclusieve naaldbiopsieën was groter indien ze werden uitgevoerd op geleide van de palpatie (35) dan indien ze werden verricht op geleide van de echografie (7). Als de naaldbiopsie de uitslag ‘niet-invasief carcinoom’ opleverde, bleek een betrouwbare uitspraak over de invasiviteit van de tumor niet mogelijk. Bij 59 van de 264 geopereerde patiënten (22) kon op basis van de eenduidige uitslag ‘maligne’ bij triplediagnostiek een vriescoupeonderzoek achterwege blijven. Werd in de resterende groep de informatie van de naaldbiopsie toegevoegd aan die van de triplediagnostiek en werd hiermee een invasief carcinoom aangetoond, dan kon in nog eens 137 gevallen (52) het vriescoupeonderzoek achterwege worden gelaten.