Inleiding
In 1931 beschreef Frank als eerste het zich voordoen van een specifiek syndroom met klachten van fysieke en emotionele aard vóór de menstruatie als ‘het premenstruele spanningssyndroom’.1 Sindsdien heeft dit syndroom de gemoederen flink beziggehouden: niet alleen bij het publiek en de media maar ook in de wetenschap. Dalton heeft zich opgeworpen als vurig pleitbezorgster van het bestaan van het syndroom en heeft tegelijkertijd progesterondeficiëntie als mogelijke oorzaak verondersteld.2 Vele anderen, met name uit sociaal-psychologische vakgebieden, hebben zich verzet tegen de impliciete opvatting dat premenstruele veranderingen onderdeel van een syndroom zijn en dus als een ziekte of stoornis beschouwd zouden kunnen worden. Zij wijzen op het onderzoek waarin de relatie tussen een stereotype en negatieve opvatting over de menstruatie en een negatieve beleving van fysiologische veranderingen is aangetoond.3-5
Ook bij medici ontmoet het concept van het premenstruele spanningssyndroom kritiek.67 Deze kritiek behelst vooral het…
Reacties