Samenvatting
Doel
Evalueren van de effecten, kosten en besparingen van een preconceptioneel screeningprogramma van paren op dragerschap van een mutatie voor cystische fibrose (CF).
Opzet
Prospectieve theoretische evaluatie.
Plaats
Rijksuniversiteit Groningen.
Methode
Een beslisboom en een rekenmodel werden geconstrueerd voor twee verschillende strategieën van preconceptionele CF-screening van paren: ‘single entry two step’ (SETS; in eerste instantie één partner testen) en ‘double entry two step’ (DETS; tegelijk beide partners testen). Op grond hiervan werd het verschil bepaald tussen de kosten van screening en de door screening voorkómen kosten van medische zorg voor CF-patiënten.
Resultaten
Met DETS-screening van paren zouden bij de geformuleerde aannamen over bijvoorbeeld sensitiviteit en gebruik van handelingsopties 81,5 van alle CF-dragerparen in Nederland geïdentificeerd worden (tegen 70 bij SETS), maar zouden 2 keer zoveel paren de uitslag ‘positief/negatief’ krijgen als bij SETS. Het maximum aantal geïdentificeerde dragerparen bij screening van 100.000 paren zou 88 zijn, hetgeen overeen zou komen met een vermindering van het aantal kinderen met CF met 25 per jaar. Bij screening van ongeveer 8000 paren per jaar zouden de kosten van screening gelijk zijn aan de besparingen. Alhoewel DETS duurder was, waren de netto besparingen bij DETS hoger dan bij SETS.
Conclusie
Er hoeven geen financiële bezwaren te kleven aan preconceptionele dragerschapscreening van paren op CF in Nederland, zelfs bij een deelnamepercentage dat slechts rond de 10 ligt. Voor een beslissing over het aanbieden van screening op dragerschap van CF-mutaties zijn niet-financiële argumenten doorslaggevend.
Reacties