Een beeld van de toepassing in de Nederlandse ziekenhuizen

Praktijkvariatie in het gebruik van remifentanil tijdens de partus

Onderzoek
Sabine L.M. Logtenberg
M. Leonoor Vink
Marc Godfried
Ingrid C.M. Beenakkers
Liv M. Freeman
François G. Schellevis
Ben Willem Mol
Corine J. Verhoeven
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2816
Abstract

Inleiding

Samenvatting

Doel

Onderzoeken (a) frequentie van het gebruik van patiëntgecontroleerde toediening van remifentanil (remifentanil-PCA) durante partu in Nederland; (b) wat motieven zijn om remifentanil-PCA al dan niet aan te bieden; (c) voor welke vrouwen remifentanil-PCA beschikbaar is; en (d) welke maternale monitoring wordt toegepast.

Opzet

Beschrijvend vragenlijstonderzoek.

Methode

Alle 81 Nederlandse ziekenhuizen met een verlosafdeling ontvingen een vragenlijst over de volgende onderwerpen: (a) beschikbare methoden voor farmacologische pijnbehandeling; (b) motieven van gynaecologen om remifentanil-PCA wel of niet aan te bieden; (c) de doelgroep voor remifentanil-PCA; (d) maternale monitoring; en (e) Perined-gegevens uit 2016. Wij vroegen de ziekenhuisapothekers naar aantallen ampullen remifentanil die zij in de periode 2016-2017 geleverd hadden.

Resultaten

De vragenlijst werd door 81 gynaecologen (100%) ingevuld. In 59 (73%) van de 81 ziekenhuizen was remifentanil-PCA beschikbaar. In deze ziekenhuizen werd remifentanil-PCA bij gemiddeld 23% van de partussen toegepast (uitersten: 16-56%). In 34 (58%) van deze 59 ziekenhuizen was remifentanil-PCA voor alle vrouwen beschikbaar en in 25 (42%) voor een selecte groep. De meest genoemde motieven om remifentanil-PCA beschikbaar te stellen waren ‘de wenselijkheid van een alternatief voor epidurale analgesie’ en ‘op verzoek van zwangeren’, respectievelijk 55 keer (93%) en 46 keer (78%). In ziekenhuizen waar remifentanil-PCA niet beschikbaar was, waren ‘betere pijnbehandeling door epidurale analgesie’, ‘het risico op ernstige maternale bijwerkingen’ en ‘onvoldoende mogelijkheden voor observatie op verloskamers’ de belangrijkste motieven voor dit beleid.

Conclusie

Er is aanzienlijke variatie in de toepassing van remifentanil-PCA durante partu in Nederland. Remifentanil-PCA is in het merendeel van de ziekenhuizen beschikbaar voor alle vrouwen. De belangrijkste motieven van gynaecologen zijn ‘de wenselijkheid van een alternatief voor epidurale analgesie’ en ‘op verzoek van zwangeren’.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Obstetrie en Gynaecologie, Amsterdam en Academie Verloskunde Amsterdam Groningen: S.L.M. Logtenberg, physician assistant en klinisch verloskundige; M.L. Vink, klinisch epidemioloog i.o. en verloskundige. OLVG, afd. Anesthesiologie, Amsterdam: dr. M. Godfried, anesthesioloog. Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Anesthesiologie, Utrecht: drs. I.C.M. Beenakkers, anesthesioloog. Ikazia Ziekenhuis, afd. Obstetrie en Gynaecologie, Rotterdam: dr. L.M. Freeman, gynaecoloog. NIVEL, Utrecht: prof.dr. F.G. Schellevis, huisarts en epidemioloog. Monash University Clayton, dept. of Obstetrics and Gynaecology, Victoria, Australië: prof.dr. B.W. Mol, gynaecoloog-epidemioloog. VUmc, APH research instituut, afd. Midwifery Science, Amsterdam: dr. C.J. Verhoeven, verloskundige en senior onderzoeker.

Contact S.L.M. Logtenberg (sabine.logtenberg@inholland.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Sabine L.M. Logtenberg ICMJE-formulier
M. Leonoor Vink ICMJE-formulier
Marc Godfried ICMJE-formulier
Ingrid C.M. Beenakkers ICMJE-formulier
Liv M. Freeman ICMJE-formulier
François G. Schellevis ICMJE-formulier
Ben Willem Mol ICMJE-formulier
Corine J. Verhoeven ICMJE-formulier
Remifentanil tijdens de bevalling
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties