Samenvatting
Doel
Het huidige postoperatieve pijnbestrijdingsbeleid in Nederland inventariseren.
Opzet
Descriptief enquête-onderzoek.
Plaats
Afdelingen Anesthesiologie van alle 168 Nederlandse ziekenhuizen.
Methode
Een vragenlijst werd verstuurd waarin gevraagd werd naar de gebruikte therapievormen en de optredende bijwerkingen bij de bestrijding van postoperatieve pijn, naar de organisatie en de uitvoering van het pijnbestrijdingsbeleid, het belang van een effectieve pijnbestrijding, de factoren die van invloed zijn op de pijnbeleving en de controle op de kwaliteit van de pijnbestrijding.
Resultaten
Vragenlijsten afkomstig van 73 (n = 122) ziekenhuizen werden bruikbaar bevonden voor analyse. Locoregionale technieken voor pijnbestrijding waren in zwang, maar overwegend werd systemische farmacotherapie toegepast voor de bestrijding van postoperatieve pijn. Van de anesthesiologen schatte 89 de gemiddelde intensiteit van postoperatieve pijn in als ‘matig’ of ‘veel pijn’. Meer dan de helft zei dat een effectieve pijnbestrijding grote invloed had op een voorspoedig postoperatief beloop.
Conclusie
Het meten van postoperatieve pijn bij de individuele patiënt, op geleide waarvan de therapie kan worden aangepast, is een eerste stap op weg naar een effectievere pijnbestrijding. Een optimaal pijnbestrijdingsbeleid vereist investeringen in apparatuur en mankracht.
Reacties