Samenvatting
Een 51-jarige man die al 22 jaar bekend was wegens een Crohn-colitis, werd opgenomen in verband met een niet-productieve hoest, kortademigheid, koorts en diarree. Hij leed aan een steroïdresistente Crohn-colitis. Behandeling met azathioprine werd vanwege misselijkheid gestopt en men schakelde over op methotrexaat en inductietherapie met infliximab. Tijdens de infliximabbehandeling traden de klachten op waarvoor patiënt werd opgenomen. Pneumocystis-pneumonie (PCP) werd gediagnosticeerd via onderzoek van bronchoalveolaire lavagevloeistof; de PCP werd met succes behandeld met co-trimoxazol en prednison. De exacerbatie van de Crohn-colitis nam af. Dit is de eerste Nederlandse casus met PCP veroorzaakt door de combinatiebehandeling van prednison, methotrexaat en infliximab. De behandeling met infliximab heeft een verhoogd risico op infectieuze complicaties. Men dient bij Crohn-patiënten PCP-profylaxe te overwegen tijdens de duur van de lymfocytopenie, op een individuele basis, waarbij een afweging gemaakt moet worden tussen de bijwerkingen van co-trimoxazol en het risico op PCP. Hierbij zou een CD4-celgetal < 0,2 × 109/l of een lymfocytenaantal < 0,6 × 109/l als leidraad kunnen dienen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2290-5
Reacties