Plaswekker ook succesvol bij 5-7-jarigen met enuresis nocturna

To determine how many bed-wetting children aged 5-7 years unlearn the habit using the alarm treatment.

Design

Descriptive.

Setting

TNO Prevention and Health, Leiden, the Netherlands.

Methods

The population consisted of all children aged 5 to 7 with nocturnal enuresis (defined as ≥ 2 wettings per week) who ordered an Elther alarm set (Elther BV, Tilburg) in May or June 1996 (n = 111). The parents and the child were asked to keep notes during the treatment of whether the child had remained dry and of whether the alarm had sounded. When at the time of cessation of the alarm training the results were insufficient, the parents were asked about the reason to stop. When the child had remained dry for 14 nights in succession (the definition of ‘success’), a questionnaire was sent 6 months later to enquire if the child was still dry or had relapsed.

Results

The totals of success for children aged 5, 6 and 7 years were 70 (n = 7/10), 73 (n = 29/40) and 90 (n = 55/61), respectively. Seven-year-olds were significantly more successful than the children aged 5 or 6 (p = 0.02). No significant correlations were found between results of treatment and sex, the nature of the enuresis (purely functional or not), familial occurrence and frequency of bed-wetting at the start of the treatment. The average times until success were 53 days for the 5-year-olds (range: 31-78), 65 days for the 6-year-olds (26-154) and 59 for the 7-year-olds (17-141). The proportions of relapse after 6 months were 0, 14 and 9, respectively.

Conclusion

Alarm training with pad and buzzer appears to be a suitable method of treatment even for children younger than 8 years.

Samenvatting

Doel

Nagaan hoeveel 5-7-jarigen met enuresis nocturna met de plaswekker droog leren slapen.

Opzet

Descriptief.

Plaats

TNO Preventie en Gezondheid, Leiden.

Methoden

De populatie bestond uit alle 5-7-jarigen met enuresis nocturna (gedefinieerd als ≥ 2 maal nat per week) die in mei-juni 1996 een Elther-plaswekker (Elther BV, Tilburg) bestelden (n = 111). Ouders en kind dienden gedurende de behandeling in een dagboek bij te houden of het kind was droog gebleven en of het alarm was afgegaan. Wanneer op het moment dat de plaswekkertraining gestaakt werd onvoldoende resultaat behaald was, werd de ouders gevraagd naar de reden om te stoppen. Wanneer het kind 14 nachten achtereen droog was (zo werd ‘succes’ gedefinieerd), werd met een vragenlijst 6 maanden later nagegaan of het kind nog steeds droog was of dat zich een terugval had voorgedaan.

Resultaten

Het totale succespercentage voor de 5-, 6- en 7-jarigen was respectievelijk 70 (n = 7/10), 73 (n = 29/40) en 90 (n = 55/61). Het resultaat van de 7-jarigen was significant beter dan dat van de 5- en 6-jarigen (p = 0,02). Er was geen significant verband tussen behandelingsresultaat en geslacht, het al of niet zuiver functionele karakter van de enuresis, familiair voorkomen en frequentie van de enuresis bij aanvang van de behandeling. De successnelheid bedroeg voor de 5-jarigen gemiddeld 53 dagen (uitersten: 31-78), voor de 6-jarigen 65 dagen (26-154) en voor de 7-jarigen 59 dagen (17-141). Het terugvalpercentage na 6 maanden bedroeg respectievelijk 0, 14 en 9.