De recent vernieuwde NHG-standaard ‘Slaapproblemen en Slaapmiddelen’ toont duidelijke verbeteringen vergeleken met de vorige standaard uit 2005, maar ook onvolkomenheden.
Slaapaandoeningen komen op enig moment bij tientallen procenten van de bevolking voor.1 De invloed op de ervaren kwaliteit van leven van mensen met slaapaandoeningen is bijna zonder uitzondering groot. Slaapaandoeningen worden onderverdeeld in insomnie (slapeloosheid), hypersomnie (overmatige slaapneiging overdag), slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen – die eveneens worden gekenmerkt door slaperigheid overdag –, slaapgerelateerde bewegingsstoornissen, parasomnieën en verstoringen van de circadiane ritmiek.2 Slapeloosheid komt het meest voor en kan in tegenstelling tot veel van de andere slaapaandoeningen vaak zonder aanvullend onderzoek worden vastgesteld. Bovendien kan de huisarts kortdurende ongecompliceerde slapeloosheid bij patiënten met gerichte adviezen behandelen. Slapeloosheid krijgt dan ook terecht, net als in de vorige versie van de standaard, de nadruk. Chronische slapeloosheid vereist cognitieve gedragstherapie en dat kan de huisarts niet zomaar zelf doen. Tot zover weinig verandering en…
Reacties