Percutane transluminale coronairangioplastiek in 1980/'85 en in 1995/'96: vaker meervatslijden, minder heringrepen en ongewijzigde sterfte 1 en 5 jaar na de ingreep

Onderzoek
R.T. van Domburg
J. Vos
P.W. Serruys
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:2196-200
Abstract

Samenvatting

Doel

Beschrijven van de karakteristieken van patiënten die in de loop van de laatste 20 jaar percutane transluminale coronairangioplastiek (PTCA, dotterprocedure) ondergingen en de uitkomsten na 1 en 5 jaar.

Opzet

Prospectief vervolgonderzoek.

Methode

Alle patiënten die een eerste PTCA ondergingen in het Thoraxcentrum van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam in de periode 1 september 1980-30 november 1985 (groep I) werden vergeleken met alle patiënten die eveneens zo'n eerste ingreep ondergingen in de periode 1 september 1995-31 december 1996 (groep II). Gegevens over de patiënten, de ingrepen, eventuele heringrepen en sterfte werden verkregen uit statussen, van huisartsen en uit gemeentearchieven. De cumulatieve overlevingskansen en het cumulatief gevrijwaard-blijven van een heringreep (rePTCA of CABG) werden geanalyseerd met de Kaplan-Meier-methode.

Resultaten

Groep I bestond uit 856 patiënten, groep II uit 840 patiënten. Het percentage mannen daalde van 80 naar 69. De gemiddelde leeftijd steeg van 56 naar 60 jaar; de oudste patiënt in groep I was 75 jaar en in groep II 87 jaar. Het percentage meervatslijden steeg van 36 naar 44. Stentimplantatie was in groep I nog niet aan de orde, maar werd in groep II bij 55 van de patiënten toegepast. De noodzaak tot een spoedbypassoperatie na een mislukte PTCA daalde van 9,4 tot 1,0. Na 1 jaar was het percentage heringrepen in groep I 28,8 en in groep II 22,6 (p = 0,01). De perioperatieve sterfte was niet significant verschillend (groep I: 1,3, groep II: 2,4). Hetzelfde gold voor de 5-jaarsoverlevingskans (groep I: 90; groep II: 88). In beide groepen waren onafhankelijke voorspellers van een hoger sterfterisico na 5 jaar: hogere leeftijd, verminderde ejectiefractie, uitgebreider vaatlijden en geen behandeling met statinen. In groep II waren nierfunctiestoornissen de belangrijkste voorspeller voor hogere sterfte.

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, Thoraxcentrum, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Dr.R.T.van Domburg, klinisch epidemioloog; dr.J.Vos en prof.dr. P.W.Serruys, interventiecardiologen.

Contact dr.R.T.van Domburg (vandomburg@thch.azr.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties