Percutane transluminale ballonvalvuloplastiek van de aortaklep bij 15 patiënten

Bij 15 patiënten met een ernstige aortaklepstenose, in de leeftijd van 23-85 (gemiddeld 65) jaar, werd percutane transluminale ballonvalvuloplastiek van de aortaklep verricht. Bij 5 patiënten bestond tevoren een belangrijke aortaklepinsufficiëntie. De gemiddelde pieksystolische gradiënt over het aortaklepvlak nam af van 92 tot 51 mmHg; het klepoppervlak nam toe van 0,60 naar 0,83 cm². Er deden zich geen klinisch manifeste embolieën voor; bij één patiënt ontstond matige toename van de aortaklepinsufficiëntie. De voordelen van deze behandelingsmethode ten opzichte van operatieve klepvervanging en de mogelijke indicaties worden besproken.

Ingrepen met behulp van balloncatheters hebben in de afgelopen jaren een vaste plaats verworven bij de behandeling van sommige vernauwingen van perifere arteriën en kransslagaders.1 Sinds kort worden balloncatheters ook gebruikt bij de niet-operatieve behandeling van aangeboren afwijkingen zoals coarctatio aortae, perifere en valvulaire pulmonalisstenose en aortaklepstenose bij kinderen en adolescenten.2-9 Vooral bij een stenose van de pulmonalisklep is dilatatie met behulp van een balloncatheter de behandeling van eerste keus geworden.6 Ballondilatatie van verworven mitralisklepstenosen en van aortaklepstenosen bij volwassenen wordt sedert kort met succes toegepast.10-13 Wij willen hier onze eerste ervaringen met ballondilatatie van de aortaklep bij 15 patiënten bespreken.