Samenvatting
Doel
Evaluatie van palliatieve bestraling bij het niet-kleincellig bronchuscarcinoom.
Opzet
Beschrijvend onderzoek.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Amsterdam.
Methode
In de periode 1987-1991 werden 146 patiënten – van wie 144 evalueerbaar – met een stadium IIIB of IV bij een niet-kleincellig bronchuscarcinoom palliatief bestraald. Al deze patiënten kregen 3 bestralingen van 800 cGy (1 fractie per week).
Resultaten
De mediane overlevingsduur bedroeg 6,3 maanden voor stadium IIIB- en 4,2 maanden voor stadium IV-patiënten (p < 0,005). Stadium IIIB-patiënten in een goede algemene conditie hadden een statistisch significant (p < 0,01) langere overleving dan patiënten in een slechte algemene conditie (mediane overleving respectievelijk 9,0 en 4,8 maanden). Tekenen van lokale progressie traden op bij 61,1 van de patiënten, maar 68,8 van de patiënten had gedurende minimaal 75 van de overlevingsperiode geen van deze tekenen. De toxiciteit van de behandeling was acceptabel.
Conclusie
Op basis van dit onderzoek en van gegevens uit de literatuur wordt geconcludeerd dat een gering aantal bestralingen met een hoge fractiedosis vergelijkbare resultaten oplevert wat betreft palliatief effect en overleving als meer gefractioneerde behandelingen. Uit het oogpunt van een zo gering mogelijke belasting van patiënt en radiotherapieafdeling geniet een kort bestralingsschema de voorkeur.
Reacties