Dames en Heren,
Bij een parese of paralyse van de N. facialis, de zevende hersenzenuw, valt onder andere de motoriek van de ipsilaterale gezichtshelft uit, wat tot grote cosmetische en functionele klachten kan leiden. Er zijn uiteenlopende oorzaken voor een facialisparese bekend, maar vaak is er sprake van een idiopathische aangezichtsverlamming, ofwel Bellse parese, die veelal restloos herstelt.1 Wanneer het klinische beloop niet typisch is voor een Bellse parese, is aanvullend onderzoek geïndiceerd, omdat er sprake kan zijn van een ernstige onderliggende aandoening.2,3 Aan de hand van drie recente casussen willen wij het belang van een adequate anamnese en adequate diagnostiek bij een facialisparese onder de aandacht brengen.
Toets voor nascholing (verlopen)
Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.
Patiënt A, een 5-jarige jongen, werd door een kno-arts uit een ander ziekenhuis naar ons verwezen vanwege een perifere facialisparese rechts, die sinds ongeveer twee maanden bestond. Deze parese was acuut ontstaan en was voorafgegaan door een otitis media acuta. Enkele dagen na het ontstaan van de facialisparese was patiënt door de kno-arts onderzocht, nadat de huisarts hem in eerste instantie naar de kinderarts had verwezen. De kno-arts stelde een otitis media met effusie vast, waarna werd gekozen om een trommelvliesbuisje te plaatsen, met name vanwege de facialisparese. Tevens werd patiënt behandeld met antibiotica, prednison en oordruppels. Serologisch onderzoek toonde geen afwijkingen aan.
Opvallend was dat de ouders ter sprake brachten dat patiënt twee jaar eerder een vergelijkbare parese had doorgemaakt, die na ruim een half jaar restloos herstelde, zonder dat patiënt hiervoor behandeld was en zonder dat hij was verwezen naar een kinder- of kno-arts.
Toen de recente…
Reacties