Samenvatting
Doel
Het beschrijven van de kenmerken van patiënten met een aortaklepstenose en een hoog operatierisico, die in aanmerking komen voor percutane aortaklepvervanging (PAVR) en het nagaan van het effect van deze behandeling op de overleving en op het optreden van complicaties.
Opzet
Prospectief observationeel in één centrum.
Methode
Patiënten met aortaklepstenose en een hoog operatierisico werden gezien tijdens een speciaal spreekuur. Daarna besliste een hartteam of zij in aanmerking kwamen voor PAVR of voor chirurgische aortaklepvervanging (AVR). De onderzoekers registreerden overlijden en complicaties gedurende 30 dagen na PAVR. De studieperiode was september 2005-januari 2009. Met de EuroSCORE werden de kenmerken van de patiënten samengevat, met de kaplan-meiermethode de overleving en met de classificatie van de New York Heart Association (NYHA) de subjectieve toestand.
Resultaten
In de studieperiode werden 166 patiënten verwezen voor PAVR waarvan 91 (55%) daadwerkelijk PAVR ondergingen, 16 (10%) chirurgische klepvervanging (AVR), 39 (23%) werden afgewezen voor AVR/PAVR en 20 patiënten (12%) zagen af van een ingreep. De gemiddelde EuroSCORE (SD) bedroeg bij PAVR 17% (8), bij AVR 12% (7), bij de patiënten die ongeschikt waren voor de ingreep 19% (12) en bij degenen die de ingreep weigerden 25% (14). De mortaliteit en de kans op beroerte 30 dagen na PAVR bedroegen respectievelijk 12 en 13%. De overleving 1 jaar na PAVR was 73%. Dit ging gepaard met een aanzienlijke verbetering van de functionele klasse: 15% van de patiënten had NYHA klasse ≤ 2 vóór PAVR en 72% erna.
Conclusie
PAVR ging gepaard met een aanzienlijk risico op overlijden en beroerte. De subjectieve toestand van de patiënten gaf na PAVR wel een beduidende verbetering te zien. Zolang er geen gerandomiseerd onderzoek beschikbaar is, zijn de auteurs van mening dat PAVR beperkt dient te blijven tot patiënten die niet in aanmerking komen voor chirurgische aortaklepvervanging.
Reacties