Samenvatting
- De Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB) heeft richtlijnen opgesteld voor empirische antimicrobiële therapie in het ziekenhuis bij volwassen patiënten met sepsis.
- In de richtlijnen wordt onderscheid gemaakt tussen patiënten zonder en met neutropenie. Patiënten zonder neutropenie worden verder onderscheiden in patiënten met een sepsis van thuis, een sepsis ontstaan in het ziekenhuis en een sepsis ontstaan op de intensive-careafdeling.
- Door de diversiteit in hun werkingsspectrum zijn de cefalosporinen voor alle categorieën van sepsis toepasbaar.
- Om resistentievorming zoveel mogelijk te beperken worden antibiotica met een zeer breed spectrum, zoals de carbapenems en piperacilline-tazobactam, of antibiotica met een zeer specifiek toepassingsgebied, zoals de chinolonen en de glycopeptiden, slechts zeer beperkt ingezet bij de empirische behandeling van de patiënt met sepsis.
- Het is van cruciaal belang om, nadat de verwekker van de sepsis bekend geworden is, de therapie te stroomlijnen; dit gebeurt onder meer door te kiezen voor een antibioticum met een zo smal mogelijk, op de verwekker gericht spectrum.
(Geen onderwerp)
Utrecht, april 1999,
Het artikel van Van Kasteren et al. is een uitstekend initiatief om in Nederland het antibioticabeleid bij patiënten met sepsis te optimaliseren (1999:611-7). De referentie die voor de definitie van sepsis wordt aangehaald, is echter niet geheel juist weergegeven; de juiste versie volgt hierna.1 De consensus voor de definitie van ‘sepsis’ geeft een temperatuurscriterium aan van > 38°C of 36°C. Verder wordt behalve leukocytose ook leukopenie (< 4 × 109) als criterium gehanteerd. Tot slot wordt sepsis die in verband staat met orgaandisfunctie (lactaatacidose, oligurie, verminderd bewustzijn) ernstige (‘severe’) sepsis genoemd. ‘Sepsissyndroom’ is een verouderde term die niet meer gehanteerd wordt. Multiorgaanfalen wordt, gezien de reversibiliteit van het ziektebeeld, tegenwoordig multiorgaandisfunctiesyndroom (MODS) genoemd. Ofschoon criteria voor sepsis en het systemisch inflammatoir responssyndroom (SIRS) in de literatuur uitgebreid bekritiseerd zijn,2 lijkt het verstandig de consensuscriteria te hanteren tot een eventuele nieuwe consensus bereikt is.
Bone RC, Balk RA, Cerra FB, Dellinger RP, Fein AM, Knaus WA, et al. Definitions for sepsis and organ failure and guidelines for the use of innovative therapies in sepsis. The ACCP/SCCM Consensus Conference Committee. American College of Chest Physicians/ Society of Critical Care Medicine. Chest 1992;101:1644-55.
Vincent JL. Dear SIRS, I'm sorry to say that I don’t like you. . . . Crit Care Med 1997;25:372-4.
(Geen onderwerp)
Nijmegen, april 1999,
Wij danken collega Van Leeuwen voor zijn waardevolle aanvullingen betreffende de definities voor sepsis, ernstige sepsis en MODS. De door hem weergegeven termen komen inderdaad overeen met die uit de meest recente consensus en deze kunnen dan ook het beste gehanteerd worden. Tevens is het zo dat in deze consensus als één van de criteria voor sepsis wordt aangehouden een ondertemperatuur van < 36°C in plaats van 35,6°C, en dat naast leukocytose ook een leukopenie van minder dan 4 × 109 als criterium voor sepsis wordt gehanteerd.