Op weg naar een accreditatiesysteem van Nederlandse ziekenhuizen

Klinische praktijk
E.M.S.J. van Gennip
F. Linnebank
P.A.E. Sillevis Smitt
C.A. Geldof
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:89-4
Abstract

Samenvatting

- De ontwikkeling van een accreditatiesysteem voor Nederlandse ziekenhuizen is gestart in 1989 in het Proefproject Accreditatie (PACE). Dit heeft geleid tot de oprichting van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ) begin 1999 door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Vereniging Academische Ziekenhuizen (VAZ), de Orde van Medisch Specialisten en de stichting PACE.

- Een ziekenhuis kan (vrijwillig) bij het NIAZ een accreditatie aanvragen voor de gehele organisatie of voor onderdelen, onafhankelijk van de strategie die het heeft gekozen in kwaliteitszorg. In een accreditatie wordt getoetst of de organisatorische structuur en voorwaarden aanwezig zijn voor een verankering van de kwaliteit van zorg.

- Accreditatie is niet primair gericht op het verstrekken van brevetten van goede organisatie van zorg, maar vooral op het vinden van punten in de organisatie die beter kunnen. Het onderzoek vindt plaats door deskundigen uit collega-instellingen; ook zij verkrijgen in het accreditatietraject nieuwe inzichten.

- Het NIAZ hanteert een referentiekader dat bestaat uit 35 afdelings- en dienstgebonden normen en een ‘koepelnorm’ ‘kwaliteitssysteem’. Deze normen zijn door betrokkenen in ziekenhuizen ontwikkeld. Indien voor onderdelen (bijvoorbeeld laboratoria) reeds certificaten of accreditatiebewijzen zijn verkregen, kan het NIAZ deze erkennen. Het systeem is complementair aan de visitaties georganiseerd door de medisch-wetenschappelijke verenigingen.

- Van 1996-1998 hebben in 19 ziekenhuizen proefaccreditaties plaatsgevonden waarin het systeem in de praktijk is getoetst en de meerwaarde duidelijk is geworden.

Auteursinformatie

TNO Preventie en Gezondheid, divisie Volksgezondheid, Postbus 2215, 2301 CE Leiden.

Mw.dr.E.M.S.J.van Gennip, hoofd sector Kwaliteitsborging.

Medisch Spectrum Twente, Enschede.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Rotterdam.

Dr.P.A.E.Sillevis Smitt, voorzitter Voorbereidingscommissie NIAZ.

Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Utrecht.

C.A.Geldof, secretariaat Voorbereidingscommissie NIAZ.

Contact F.Linnebank, lid voorbereidingscommissie Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

R.K.A.
van Wermeskerken

Oegstgeest, februari 1999,

In de belangwekkende bijdrage van Van Gennip et al. (1999:89-93) wordt gesproken over het mogelijk onvolledige referentiekader van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ)-Proefproject Accreditatie (PACE) en over aanvullende accreditatiesystemen voor onderdelen van ziekenhuizen (bijvoorbeeld laboratoria). Daarbij wordt melding gemaakt van een Coördinatiecommissie voor Kwaliteitsbewaking in Laboratoria ten behoeve van klinisch-chemische laboratoria.

Ik neem aan dat wordt bedoeld de Coördinatie Commissie ter bevordering van de Kwaliteitsbeheersing van het Laboratoriumonderzoek op het gebied van de gezondheidszorg (CCKL). Als voorzitter veroorloof ik mij enige toelichting te geven bij de werkzaamheden van deze commissie.

In de in 1981 opgerichte stichting CCKL participeren de beroepsbeoefenaren, de industrie en de overheid. In 1989 werd naar aanleiding van een conferentie van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst over kwaliteit van de zorg een begin gemaakt met het opstellen van een CCKL-praktijkrichtlijn voor het opzetten van een kwaliteitssysteem voor laboratoria in de gezondheidszorg. Na voltooiing daarvan in 1991 kwamen vervolgens binnen een aantal verenigingen van beroepsbeoefenaren modelkwaliteitshandboeken tot stand. In dezelfde periode werd medewerking verleend aan de opzet van de PACE-kwaliteitsborgingsnorm voor laboratoria. Ter voorbereiding van de accreditatie van medische laboratoria door de in 1994 opgerichte stichting CCKL-Test werd tenslotte binnen de verschillende laboratoria een begin gemaakt met de implementatie van kwaliteitssystemen met behulp van deze modelhandboeken.

De activiteiten van CCKL-Test beperken zich niet tot het beoordelen van het kwaliteitssysteem, maar strekken zich ook uit tot het beoordelen van de technische competentie van het laboratorium en de vakinhoudelijke competentie van de beroepsbeoefenaren. Ten aanzien van het laatstgenoemde wordt gebruikgemaakt van het visitatierapport van de professionele vereniging. Het auditsysteem is onafhankelijk en objectief en bij de audit worden altijd deskundigen betrokken uit de beroepsgroep waartoe het betreffende laboratorium behoort.

CCKL-Test, dat nevengeschikt is aan de Raad van Accreditatie en in het bijzonder ten aanzien van internationaal opererende laboratoria nauw samenwerkt met deze raad, heeft thans reeds ruim 20 laboratoria geaccrediteerd. Meer dan 30 andere laboratoria hebben zich aangemeld voor accreditatie. Het gaat hierbij om laboratoria binnen en buiten gezondheidszorginstellingen met klinisch ondersteunende beroepsbeoefenaren van zowel medische als natuurwetenschappelijke origine.

Op grond van dit alles zijn NIAZ, CCKL en CCKL-Test reeds met elkaar in overleg getreden voor het vergelijken van referentiekaders, het voorkómen van doublures en het erkennen van reeds verleende accreditaties.

R.K.A. van Wermeskerken