Samenvatting
Doel
Onderzoek naar beleid en behandeling bij bevallingen op de grens van levensvatbaarheid en naar de gevolgen voor de overleving.
Opzet
Cohortonderzoek.
Methode
In de Europese ‘Models of organising access to intensive care for very preterm births in Europe’(MOSAIC)-studie naar vroeggeboorte werden in de regio’s Nijmegen en Utrecht gegevens verzameld over zwangerschap, geboorte en neonatale periode van alle 512 bevallingen (zwangerschapsafbrekingen uitgezonderd) na een zwangerschapsduur van 22-31 weken in 2003.
Resultaten
Bij een zwangerschapsduur korter dan 25 weken was actieve obstetrische behandeling zeldzaam (5/77; 6) en overleden alle kinderen. Bij 25 weken werd voor een kwart van de zwangerschappen een actief obstetrisch beleid gevoerd, maar overleefde geen van de pasgeborenen. Ook bij 26 weken was het beleid terughoudend en de sterfte relatief hoog (9/31; 29). Overlijden na de geboorte volgde in 86 van de 92 gevallen na een beslissing de behandeling niet te beginnen of te staken.
Conclusie
Het Nederlandse beleid op de grens van levensvatbaarheid werd gekenmerkt door een grote mate van terughoudendheid. Er is behoefte aan antenatale overplaatsing naar perinatologische centra bij dreigende vroeggeboorte om beslissingen over al dan niet behandelen onderbouwd te kunnen nemen, waarbij nadrukkelijk rekening gehouden wordt met de wensen van de ouders.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:383-8
Reacties