Inleiding
Onlangs werd gevraagd obductie te verrichten op een jonge vrouw, die plotseling, zonder voorafgaande verschijnselen, overleden was. De 20-jarige vrouw was door haar vriend levenloos in de gang aangetroffen. Hij was enkele uren weg geweest. De vriend – die enkele jaren met haar samenwoonde – vertelde dat zij niets mankeerde. Later vertelde hij, dat zij de laatste tijd enkele malen een dof gevoel in een arm waargenomen had. Intoxicatie was uitgesloten.
Bij de obductie werd iets te veel helder vocht in het hartzakje aangetroffen. De bacteriële en virale kweken bleven steriel. Bij het histologisch onderzoek werd een lichte vorm van een encefalomyocarditis waargenomen. In de coupes van de hartspier, vooral uit het gebied van het geleidingssysteem, werden om de vaatjes lymfocytaire infiltraten aangetroffen. Dit zou een letale geleidings-of ritmestoornis kunnen verklaren.
In gevallen als deze voelen hulpverlener en familieleden zich overrompeld. Direct maar vooral later wellen vele vragen op…
Reacties