Samenvatting
Doel
Bepalen van trends in de prevalentie van matig en ernstig ondergewicht, overgewicht en obesitas bij Amsterdamse kinderen in de periode 2009-2013 en het berekenen van prognoses voor 2020.
Opzet
Historisch cohortonderzoek.
Methode
We analyseerden 158.730 lengte- en gewichtmetingen van 112.405 Amsterdamse kinderen. Matig ondergewicht, ernstig ondergewicht, overgewicht en obesitas bepaalden we op basis van internationale BMI-afkapwaarden. We analyseerden met ‘generalized estimating equations’ (GEE) de trends voor 2 leeftijdsgroepen, namelijk voorschoolse kinderen (2 of 3 jaar) en schoolgaande kinderen (5, 10 of 14 jaar). De prognoses voor 2020 bepaalden we met de ‘self-projecting’-methode, waarbij we de trend uit het verleden doortrokken naar de toekomst.
Resultaten
De prevalentie van matig ondergewicht steeg significant in beide leeftijdsgroepen. De prevalentie van ernstig ondergewicht veranderde niet. De prevalenties van overgewicht en obesitas namen significant af in beide leeftijdsgroepen. Deze trends waren vooral waarneembaar bij kinderen van Nederlandse afkomst. Bij de andere etnische herkomstgroepen waren ook dalingen te zien, maar niet consequent bij alle leeftijdsgroepen en niet voor zowel overgewicht als obesitas. Volgens de prognose voor 2020 zal de prevalentie van overgewicht en obesitas verder dalen en zal de prevalentie van ondergewicht stijgen.
Conclusie
Bij Amsterdamse kinderen dalen de prevalenties van overgewicht en obesitas, ook bij kinderen van Turkse of Marokkaanse afkomst. Toch zijn deze prevalenties nog steeds hoog, waardoor investeren in preventie noodzakelijk blijft. Daarnaast lijkt de prevalentie van matig ondergewicht toe te nemen. Daarom is het belangrijk om kinderen in alle BMI-klassen te blijven controleren.
Reacties